No. 3
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
gunstige ligging van deze plaats, zowel ten
opzichte van het productie- als ten opzichte
van het afzetgebied. Bovendien hebben vele
mosselhandelaren een parallellisatie met de
oesterhandel doorgevoerd en de oester wordt
alleen te Yerseke geheel geteeld en verhandeld.
Ook de technische factor van de gunstige kust-
gesteldheid voor de verwaterplaatsen is van
belang. Na de verzanding en inpoldering van
de Braakman zijn voorts enkele bedrijven uit
Philippine naar Yerseke overgeplaatst.
Bruinisse is voor de mosselhandel minder
gunstig gelegen. Een duur en onvoldoend over
zetveer belemmert de handelsactiviteit, zodat
deze plaats steeds een typisch mosselkwekers-
dorp is gebleven.
Teneinde een beeld te krijgen van de quan-
titatieve- en financiële omvang van de pro
ductie en export van mosselen vermelden wij
hieronder enige algemene gegevens, die ont
leend zijn aan de „Verslagen en mededelingen
van de Directie der Visserijen".
Uit tabel i blijkt, dat de mosselnormaliter
een typisch exportproduct is.
Opmerkelijk is de zeer hoge productie in de
jaren 1947, 1948 en 1949. Dit zelfde beeld
vinden we terug in de andere takken van
visserij. Het is ontstaan door de geringe vangst
in de oorlogsjaren, waardoor er o.a. in de
Noordzee een eind kwam aan de overbe-
vissing.
Tijdens de oorlog zien we een sterke toe
neming van de binnenlandse consumptie, ter
wijl de export tot een onbetekenende hoeveel
heid daalt. De cijfers uit de bezettingsjaren
dienen we echter met de grootste reserve te
beschouwen, aangezien er ongetwijfeld be
langrijke exporten de grens gepasseerd zijn
zonder documenten, die op de binnenlandse
consumptie in mindering moeten worden ge
bracht. Na de oorlog zien we de export on
middellijk met sprongen stijgen, echter zonder
dat het export-percentage van voor de oorlog
wordt bereikt. Hierbij dienen we tevens in
ogenschouw te nemen dat de naoorlogse pro-
ductie-cijfers uitsluitend betrekking hebben op
de productie van mosselen in de Zeeuwse
wateren. De productie van Waddenzee
mosselen die tijdens en na de oorlog van enige
betekenis is geworden, is hier niet bij inbe
grepen. Voor de oorlog werd de Waddenzee
mossel in hoofdzaak aangewend voor eenden-
voer en in mindere mate voor bemesting van
bouwland. In 1939 bedroeg de productie in de
Waddenzee slechts 438.000 kg, terwijl deze in
1949 gestegen was tot ruim 12.000.000 kg,
waarvan bijna 2.500.000 kg consumptie
mosselen.
Jaar
Productie in kg
Opbrengst
Export in kg
Opbrengst
Export in
v/d productie
1938
43.488.922
f 998.384.—
42.491.669
f 1.263.872.—
97
1939
39.385.300
908.752.—
37.713.872
1.137.638.—
96
1940
43.796.634
33.115-809
75
1941
35.334.457
16.117.328
45
1942
40,189.230
2.291.820
6
1943
30.526.960
3.154.990
10
1944
15.566.980
244.000
1,5
1945
16.000.000
6.119.000
48
1946
31.015.600
1.615.523.—
23.476.374
2.743.151.—
76
1947
56.195.500
2.932.331.—
43.689.697
5.022.766.—
77
1948
50.02 2.400
2.639.214.—
41.645.838
4.509.527.—
81
1949
51.022.400
2.659,635.—
42.212.944
4.489.070.—
82
1950
20.854.225
Tabel 1.
63