No. 3 ZEEUWS TIJDSCHRIFT eerste jaren de belangstelling van de Neder lander in het algemeen groot, deze vermin derde toen het land zijn verschrikking verloren had. Toen het dode hout was opgeruimd en de ruïnes van boerderijen en woonhuizen waren gesloopt, „was er niets meer te zien". De belangstelling van Landbouwkundige diensten in de ruimsten zin echter bleef groot, nam waarschijnlijk toe naarmate het land zich dankbaar toonde voor de bemoeiingen. Door de Stichting voor Bodemkartering werd een bodemkaart van Walcheren ver vaardigd. De onderzoekingen die hiervoor werden verricht leverde een schat van zeer interessante gegevens omtrent het ontstaan van het eiland. Door Mej. A. W. Vlam was reeds in haar proefschrift gewezen op het ontstaan van de ruggen en kommen in het landschap. Het uitgebreide onderzoek door de Stichting voor Bodemkartering leverde inzichten om trent de eerste bewoning van het eiland en gaf vele details van hetgeen reeds door Mej. Vlam was vastgesteld. Van de bodemkaart werd een zeer dankbaar gebruik gemaakt bij de schat ting van de gronden in het blok ten behoeve van de herverkaveling. De Stichting voor Bodemkartering was in staat nadere gegevens te verstrekken over de verschillende bodem typen die op Walcheren voorkomen. Het onderzoek van de Stichting heeft op Wal cheren in ruimere kring de kennis gebracht of vermeerderd omtrent de genese van het eiland. De Herverkavelingscommissie kreeg de be schikking over een Wetenschappelijke Afdeling die in de eerste jaren een onderzoek instelde naar de invloed van het zout in de bodem op verschillende gewassen. Verder werd een uit gebreide studie gemaakt omtrent het meest ge wenste polderpeil in het herverkavelingsblok. Vooral inzake de doorlatendheid van de kom- gronden, die tot nu toe in dit opzicht en wat betreft hun waarde voor de landbouw een zeer slechte naam hadden, leverde het onderzoek menige verrassing. Zo bleek het mogelijk en verantwoord vele „hollebollige" weiden te egaliseren en hiermede de verwaarloosde toe stand waarin deze percelen na de moernering in vroeger eeuwen waren achtergelaten, op te heffen. Deze Wetenschappelijke Afdeling staat in nauw contact met de Nederlandse Landbouw wetenschap waardoor uitwisseling van er varingen tussen Walcheren en andere delen van ons land mogelijk is. Het Staatsbosbeheer heeft op Walcheren wel een zeer mooie taak. Voor elke ruilver kaveling maakt het Staatsbosbeheer plannen voor herstel of verfraaiing van het landschap. Op Walcheren dient een geheel nieuw land schap ontworpen te worden. F.en gebied van ca. 15000 ha dat betrekkelijk dicht beplant was moet na de vernietiging van alle bomen en struiken en nadat het in zijn wegen en waterlopen en parcellering sterk veranderd is, weer tot een aantrekkelijk landschap worden gemaakt. Zeer doordacht zijn de plannen en waar deze zijn uitgevoerd heeft de natuur de laatste jaren meegewerkt om Walcheren weer snel de bekoring van een afwisselende be groeiing te geven. Het thans levende geslacht zal het schoon van dit landschap niet meer in zijn volle glorie zien. De beplanting van de wegen en van de duinstrook tussen West- kapelle en Vlissingen, het natuurreservaat bij Ritthem, zij zijn door de landschapsdes kundigen die aan de Herverkavelingscom missie zijn toegevoegd met zorg ontworpen; eerst een volgend geslacht zal er het maximale genot van hebben. Ook de Stichting Nieuw Walcheren heeft waardevolle bijdragen geleverd aan het her stel van de beplanting op het eiland. De Rijksdienst voor Oudheidkundig bodem onderzoek vond op Walcheren enige malen gelegenheid een onderzoek in te stellen naar oude woonplaatsen wanneer deze zich ver toonden in het talud van nieuw gegraven waterlopen. Het vergraven van de resten van een z.g. vliedberg vond plaats onder leiding en toezicht van ambtenaren van bovengenoemde dienst. Verwacht wordt dat ook dit laatst ge noemde werk wetenschappelijke resultaten zal 61

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1952 | | pagina 15