ZEEUWS TIJDSCHRIFT No. 3 de onvoldoende waterbeheersing. De vele kleine bedrijven leverden de grondgebruiker slechts een sober bestaan. Zijn grote werklust, de uitstekende verzorging die hij zijn land gaf en zijn spaarzaamheid stelden hem nog in staat op een kleine oppervlakte grond zijn be drijf te handhaven. Walcheren werd ook genoemd de tuin van Zeeland en het is niet te verwonderen dat deze tuin maximale opbrengsten opleverde; dat had Walcheren met de meeste tuinen gemeen. De smalle kronkelende wegen, de overblijfselen van de eens veel meer voorkomende meidoorn heggen langs de perceelscheidingen, de boom weiden, ze waren alle elementen van grote schoonheid die gehandhaafd bleven tot 1944 ten koste van het opbrengstvermogen van de cultuurgrond. De inundatie van 1944 heeft de schoonheid op Walcheren vernietigd en de landbouwers een schade toegebracht, die onherstelbaar werd genoemd. Toen de Stichting van door Watersnood ge troffen grondgebruikers op Walcheren in 1946 haar brochure uitgaf „Geeft den Wal- cherensche boer zijn bestaansmogelijkheid terug" werd reeds een Ontwerp van Wet in gereedheid gebracht om Walcheren door een bijzondere vorm van ruilverkaveling te helpen. Gaat als regel een ruilverkaveling uit van de belanghebbenden en wordt door stemming uitgemaakt of ruilverkaveling wel of niet zal plaats hebben, voor Walcheren stak de Re gering de helpende hand uit en ontwierp de „Herverkavelingswet" Walcheren die in 1947 in het Staatsblad werd opgenomen. Deze Herverkavelingswet Walcheren 1947 Stbl. H 400 maakt het mogelijk meer voor Walcheren en zijn bewoners te doen, dan volgens de voor het gehele land geldende Ruil- 58

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeeuws Tijdschrift | 1952 | | pagina 12