ZEEUWS TIJDSCHRIFT
No. i
Eenstijlige Meidoorn Crataegus moïlogyna Jacq.) en Itali
aanse Populier (Populus nigra, var ïtalica. Duroi.) Waarde.
Beiden goede bekenden in het Zeeuwse landschap.
blauw-violette Zachte Wikke. Verder Knoop-
kruid, Rede en Witte klaver, Kaasjeskruid en
Kattendoorn, Rode Zuring, Distels, Walstro
en dan de hoge schermbloemigen als Beren
klauw, Engelwortel, Wilde Peen en Pastinaak.
Deze laatsten zijn een extra bezoek waard in
de winter als alles met rijp overtogen is. De
schermen blijven n.l. in tact en de dijkhelling
is dan geworden tot een filigranen kantwerk.
Doch laat ons nog een poosje in de zon blijven.
Tussen deze bloemenweelde hebt ge kans hier
en daar een zeer mooi anjertje te ontdekken,
de Ruige Anjer (Dianthus Armeria L.), zeld
zaam, doch in Zeeland aanwezig. Ook Glad
Parelzaad en Donderkruid kunnen we hiel
en daar vinden en op Zuid-Beveland de zeer
mooie, roodbloeiende Graslathyrus Lathyrus
Nissolia L.) en de Driedistel Carlina vul
garis L.). Bramen met witte en rose bloemen,
zure en zoete vruchten in blauw en zwart.
Maar wc toeven al te lang aan die dijk
hellingen en nog is alles niet bekeken. We
nemen cnze weg terug dwars door de polders
en hebben de gelegenheid om de bermen op
te nemen. Rood van klaprozen en wit van
Kamillen, hier en daar met een toefje blauw
van Chichcrei. Het wordt een ruiker in onze
nationale driekleur. Deze bermen inspireerden
een onzer dichters tot een inhoudrijk gedicht
en hij eindigt met deze regels: „Hoe is 't door
God zo schoon gesteld, in zoveel kleur en
terme, langs een gewoonweg boerenveld. Eloe
lieflijk zijn de bermen." Uit „De Zeeuwse
Lier".
Zoet water hebben we in onze provincie niet
veel doch in Zeeuwsch-Vlaanderen zijn wel
enkele kreken en vaarten aanwezig, waar
zoetwaterflora groeit. Als voorbeeld nemen
we de vaart naar Brugge bij Sluis, waar een
bijna volledige waterplantengemeenschap aan
wezig is. Daar groeien in het water Witte
Waterlelie, Drijvend Fonteinkruid, Veen-
wortel, aan de oever en gedeeltelijk in het
water hooggrceiende Waterzuring, Kleine Lis
dodde, Gele lis, Grote Egelskop, Zwanebloem
en Gele Waterkers. Het geurt er kruidig
naar Watermunt, Kalmoes en Knoopbloemig
Mcerasscherm. Daartussen groeien Moeras-
vergeetmijnietjes, Glidkruid, Penningkruid en
Moerasandoorn. De Zwanebloem is in Zee
land lang niet zo zeldzaam als wel eens is
voorgesteld. Daar bij Sluis, tussen Zuiddorpe
en St. Jansteen en langs de vaart aan de weg
van Axel tot Groot Eiland kunt ge ze in flink
aantal aantreffen en gerust een tuiltje mee
nemen, maardan laarzen aan, want ze
is gewoon zich juist buiten het bereik van
blcemenplukkers op te houden. Ze is wel
zeldzaam mooi!
Nu we daar toch in Sluis zijn gaan we
even naar de ruïne van de Stenen Beer en
bewonderen daar het Glaskruid Parietaria
18