No. i
ZEEUWS TIJDSCHRIFT
Walcheren groeide is op enkele daarvan be
waard gebleven en is ook uit een paar andere
plaatsen in Zeeland gemeld. Het is een heel
mooie, slanke tulp. Jammer dat hij wat on
willig is om te bloeien. Terzelfder tijd zijn
ook in het duin veel kleine plantjes in bloei,
b.v. Vroegeling, Kandelaartje en Lepelblad.
Bovendien vragen in de voorjaarszon ver
schillende Korst-, Lever- en Bladmossen onze
aandacht. Naarmate de Lente voortschrijdt
kcmt de tijd van de grote bloemenvakken van
één soort. Het Fluitekruid, de Meidoorn,
Pinksterbloemen, Koekoeksbloemen, Wilgen
roosjes en Boterbloemen, nog later Wilde
rozen, Kruiskruiden, Walstroo en Wilde
Marjolein. Dit zijn zo de planten aan wier
bloei elkeen zich kan verlustigen en de ver
zamelnaam is meestal aan iedereen ook wel
bekend. Toch bestaan vele daarvan weer uit
verschillende soorten; alleen van Boter
bloemen bestaan negen niet zeldzame soorten,
waarvan er acht ook in onze provincie kunnen
worden gevonden. Met de Flora het veld in en
dan vergelijken is dé manier cm ze uit elkaar
te leren houden.
„De grote zomerdag staat open,
En bouwt zijn weelde over de aarde".
Adama van Scheltema.
In midzomer heeft Zeeland aan zijn dijken
en wegbermen een schat van bloemen en
planten, waarop menig bewoner van andere
landsdelen jaloers kan zijn. Nu de laatste jaren
als gevolg van de hoge arbeidslonen veel
dijkhellingen niet meer gemaaid worden is
deze overvloed nog groter geworden en ik
kan ieder aanraden een vrije dag te besteden
om zo'n dijkhelling in volle bloei te gaan
zien. Met kwistige hand strooit de natuur daar
haar gaven in volle overvloed en aan de voor
bereiding van de uitstalling is lang gewerkt,
zodat U er op kunt rekenen, dat zij tot in
de puntjes verzorgd is. Mag ik even Uw gids
zijn bij de rondwandeling? Eerst die grote gele
plekken daar eens bekijken, dat is Veld-
lathyrus en daar vlakbij iets dat er op lijkt,
doch een beetje rood aangelopen, dat is Rol
klaver. „Schoentjes en muultjes" noemen dc
kinderen ze. Ze zijn gemakkelijk van elkaar
te onderscheiden; de Lathyrus heeft ranken
aan de bladeren, de Rolklaver niet. Er groeit
nog veel meer geel; St. Jacobskruid, Groot
Biggenkruid, Leeuwentand, St. Janskruid en
Heelblaadjes. Het is opvallend hoeveel gele
bloemen er zijn. U moet daar eens op letten.
Kijk daar een prachtig rede klimmer tussen
de struiken! Aardaker, ook een Lathyrussoort.
De knolletjes, die aan de wortels groeien,
werden dcor onze voorouders op avond
partijtjes geserveerd, zoals wij dat nu met
gezouten pinda's doen. Er staan nog veel meer
vlinderbloemen, rode Smalbladige wikke,
lila Ringel- en Vierzaadwikke, Vogelwikke
en hier en daar een enkele plant van de
Witte Waterlelie. Nympbaea ctlba L.) Sluis.
17