Huub Lacor en Ko Prins: standpunten
ZL
Huub Lacor: Het Zeeuwse goud
Draagvlak
Jaap Broodman
Huub Lacor (1950) is directeur-eigenaar van De Roem van Yerseke, één van de grote
schelpdierverwerkende bedrijven in Zeeland. Maar voor 'De Roem' zoals het bedrijf
in de volksmond wordt genoemd, houdt de wereld niet op bij Yerseke. Lacor: 'Mijn
opa, Johannes van der Endt, is de grondlegger van het bedrijf. Aan het begin van de
twintigste eeuw richt hij een conservenfabriekje aan de Burenpolder in Yerseke op.
Zijn dochter Jannie, mijn moeder, bouwde het bedrijfje samen met mijn vader Huib
Lacor verder uit en ging zich daarnaast bezig houden met de handel in verse schaal- en
schelpdieren.' In 1989 neemt het Britse levensmiddelenconcern Albert Fisher het
bedrijf over. Een reorganisatie van dit concern bood Huub Lacor in 1998 de moge
lijkheid het bedrijf terug te kopen. Tevens nam hij het conservenbedrijf 'Zeelands
Roem' over, dat eveneens sinds 1989 in handen van de Engelsen was. Evenals de
voorgaande generaties bleek ook Huub behept met een uitstekend zakelijk inzicht.
Met vestigingen in Duitsland, Denemarken en Spanje is de Roem uitgegroeid tot
een speler op het wereldtoneel. In Zeelandboek 7 is door Kees Bos uitvoerig aan
dacht besteed aan het bedrijf.
Lacor: 'De schelpdiersector heeft altijd veel draagvlak gehad bij burgers en
politiek. We hadden een goed netwerk en wisten hoe te lobbyen. Op basis van
onze kennis konden we politici overtuigen van ons gelijk. Tegenwoordig staat de
politiek verder van ons af. Regelgeving begint vaak in Brussel. Daar heeft men
geen gevoel bij schelpdiercultuur. Ook de nationale overheid heeft niet altijd oog
voor onze belangen. De mossel- en oesterkweek zijn al eeuwen oud maar vol
gens de overheid is dit geen bestaand gebruik, leder jaar weer moeten wij een
vergunning aanvragen en steevast moeten we die verdedigen voor de rechter. Om
moedeloos van te worden. In het buitenland bestaat veel meer begrip voor dit
soort economische activiteiten. Natuurlijk, ook daar worden beschermende maat
regelen genomen voor natuur en milieu en dat juich ik ook toe. Maar ik merk wel
dat een economische activiteit als schelpdiercultuur daar nog op meer begrip kan