Zeeuws landschap in spagaat?
ZL
Landschappelijke kwaliteit
Anton van Haperen
De Beekshoekpolder bedreigd. Zo luidde de titel van een artikel van A. Maljaars in
De Wete (2002), het kwartaalblad van de Heemkundige Kring Walcheren. Wat was
er aan de hand? De provincie Zeeland had een plan opgesteld voor een nieuwe
inrichting van deze landbouwpolder op de overgang van het duingebied Oranjezon
naar het Walcherse polderland. Als onderdeel van de Ecologische Hoofdstructuur
was hij aangewezen voor omvorming naar nieuwe natuur. De bedoeling was om
in grote delen van de polder de bouwvoor te verwijderen tot op de kale, natte
zandbodem, waarop zeldzame duinplanten het goed zouden doen en waar bijzon
dere vogels als kluut en de bontbekplevier een broedplaats zouden kunnen vinden.
Maljaars schreef in het artikel dat het plan onvoldoende rekening hield met de cul
tuurhistorie van de Beekshoekpolder. Tot in het midden van de vorige eeuw bevond
zich hier nog een kleinschalig landschap, met meidoornhagen, knotbomen en iepen.
Dit karakteristieke landschap was in de jaren zestig en zeventig verloren gegaan.
De voorlopers van de huidige Zeeuwse Milieufederatie hadden er destijds bij her
haling tegen geprotesteerd. Maljaars vond dat het voor de hand had gelegen om in
deze situatie de natuurdoelen iets minder ambitieus te stellen en meer prioriteit te
geven aan herstel van het oude agrarische landschap. Wie zijn oor goed te luisteren
legt in de wereld van cultuurhistorici en historisch-geografen hoort vaker kritiek in
deze richting: de historische waarde van landschappen zou bij natuurontwikkeling
gemakkelijk vergeten worden. Natuurontwikkeling zou (te) eenzijdig gericht zijn
op het leefgebied van bijzondere planten en dieren, waardoor het cultuurhistorisch
erfgoed gemakkelijk in de verdrukking komt. Ook zou er bij natuurontwikkeling te
weinig aandacht zijn voor landschappelijke vormgeving, die ecologische en cultuur
historische waarden esthetisch verantwoord zou kunnen samenbrengen. In deze
bijdrage wil ik proberen na te gaan waar de schoen wringt en wat er aan te doen
valt.
Over de inhoud van begrip 'landschap' bestaan uiteenlopende opvattingen,
laat staan als het gaat over 'landschappelijke kwaliteit'. Verschillende interpretaties
en subjectieve belevingen, wat mooi is of lelijk worden gevonden, leiden bij dis
cussies over landschappen en hun kwaliteit gemakkelijk tot een spraakverwarring,
die wordten afgesloten met dooddoeners als 'over smaak valt niet te twisten'.