landschapsplannen. Met behulp van een plan wordt nagedacht over de vormgeving van de veranderingen en daarmee over de verschijningsvorm van het toekomstig land schap. Hierbij worden tegenwoordig bestaande waarden waar mogelijk gerespecteerd en worden nieuwe landschappelijke kwaliteiten in relatie tot de veranderingsvraag vormgegeven. Niet alleen behoud van landschappelijke kwaliteit staat hierbij centraal, ook de totstandkoming van nieuwe kwaliteiten in relatie tot de nieuwe functionele eisen (de veranderingsvraag), is nadrukkelijk aan de orde. Deze veranderingsvraag wordt dikwijls gestuurd vanuit de productieve functies. Hier bij wordt er, als het goed is, altijd gezorgd voor een zeker evenwicht tussen produc- tiegerichte functies en de natuurfunctie. Per gebied kan de verhouding tussen deze factoren verschillend liggen. Ook de mate waarin de functies verweven zijn verschilt van gebied tot gebied. De specifieke gebiedskwaliteiten zijn hierbij richtinggevend. Ook bij een functieverandering in de richting van de natuur is sprake van een aanzien lijke verandering van het ruimtelijk beeld. Om een voorbeeld te geven: de mate van verwevenheid van de productieve functies en de natuurfunctie ligt in Zuidelijk Flevoland geheel anders dan in de Zak van Zuid- Beveland. De veranderingsvraag komt overigens in de huidige tijd niet alleen vanuit de productieve functies voort. Ook de natuurfunctie genereert vanuit de maatschappe lijke vraag meer en meer verandering. Zo wordt in Zeeland ruim 5000 hectare grond als natuurgebied ingericht. Dit gebeurt in het kader van de natuurontwikkelingsplan nen ten behoeve van de Ecologische Hoofdstructuur (zie hiervoor ook het artikel van Anton van Haperen in dit Zeelandboek). Kortom: veranderingen zijn van alle tijden, maar naarmate veranderingen sneller tot stand komen en ingrijpender zijn, vragen ze om meer begeleiding, zeker in vormgevende zin.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2007 | | pagina 78