Zeeuwse Tong
zoon overgedragen, en de door de schelpdierhandel ontwikkelde distributiekanalen
zijn daarbij eveneens uiterst belangrijke factoren.
Praktijkgerichte innovaties vormen de basis voor het stimuleringsbeleid dat het provin
ciaal bestuur in 2004 voor de aquacultuur heeft ingezet. Het betekent dat onderne
mers de ruimte moeten krijgen en nemen om nieuwe mogelijkheden uit te proberen
en zo nieuwe kansen te creëren. Verantwoordelijk gedeputeerde Toine Poppelaars
schat de ontwikkelingskansen voor de aquacultuur hoog in. 'Als we er samen met
alle partijen in slagen om aquacultuur op een verantwoorde wijze in de Zeeuwse
Delta in te passen, ligt er een geweldige kans voor Zeeland. De kennis is er, de fysieke
omstandigheden ook en er is onmiskenbaar draagvlak voor deze activiteiten in onze
provincie'. Uiteraard moeten de activiteiten wel passen binnen het fysiek-ruimtelijke
kader van het provinciale Omgevingsplan, een bundeling van het vroegere streekplan,
milieubeleidsplan en waterhuishoudingsplan. Dat plan is opgesteld om (economische)
ontwikkelingen in goede harmonie met landschappelijke kwaliteiten te laten plaats
vinden. Poppelaars wil in dit kader een 'ruimhartig' beleid voeren, mits de omgevings
kwaliteiten voldoende gewaarborgd zijn.
Naast het bieden van fysieke ruimte vraagt praktijkgericht innoveren om een bunde
ling van krachten. Zowel wat betreft het dragen van de risico's als wat betreft de
noodzakelijke kennis om effectief te innoveren. Om de slag werkelijk te maken zijn
er serieuze investeringen nodig. Vanwege het hoog-innovatieve gehalte hiervan kan
niet verwacht worden dat het bedrijfsleven deze volledig voor zijn rekening neemt.
Daarom heeft de provincie ruim twee miljoen euro in de afgelopen twee jaar bijge
dragen aan de ontwikkeling van de aquacultuur in Zeeland. Door bijdragen van het
bedrijfsleven heeft dit geleid tot een totale investeringsimpuls van acht miljoen euro.
De ingrediënten in de vorm van bestaande activiteiten, van marktperspectieven
en van omgevingsfactoren zijn dus aanwezig. Ook de eetlust is aanwezig. Bij het
ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit dat ingezet heeft op verduurza
ming van de visserij- en schelpdiersector, bij het provinciaal bestuur van Zeeland dat
economische kansen ziet voor een op een duurzame leest geschoeide sector aquacul
tuur en bij de ondernemers. Met name ondernemers uit de primaire sector. Van mos
selkwekers tot akkerbouwers. Van Noordzeevissers tot veehouders. De noodzaak tot
vernieuwing wordt alom gevoeld. Of anders gesteld: de sense of urgency is aanwezig.
Het wachten was op een kok die de ingrediënten op een juiste wijze samen weet te
voegen tot een culinair hoogstaand recept en die daarmee de eetlust weet te stillen.
Die kok is gevonden in de persoon van Jan Ketelaars. Hij vertelt hoe het in 2004
begon met onderzoek naar de mogelijkheden om nieuwe economische activiteiten
te ontwikkelen op de grens van land en zee door een gemêleerd gezelschap weten
schappers, variërend van microbiologen tot vistelers en van landschapsarchitecten tot
economen. 'In het begin waaierden de ideeën alle kanten uit', herinnert Ketelaars
zich, 'maar al snel ontstond meer focus en werden enkele concrete projectideeën ge
definieerd. Eén ervan was Triple Fish: een concept dat gebaseerd was op een gezonde
vis, afkomstig uit een gezond milieu, bestemd voor een gezonde consument.De basis
voor het project 'De Zeeuwse Tong' was gelegd.
Foto rechts: Zeekraal.