Kokkels
Oesters
fïlosselen
doen. Op grote schaal concurreren met goedkope massa-import is daarom moeilijk.
Maar in het topsegment van de markt, waarbij het gaat om versheid en kwaliteit lig
gen er goede kansen. De Nederlandse visteeltsector bewees dit door te groeien van
niets in 1985 tot een productie van boven de 10.000 ton in 2007. Aanvankelijk wer
den vooral Afrikaanse meerval en paling gekweekt, maar onze kwekers krijgen steeds
meer ervaring en steeds meer soorten worden uitgeprobeerd. Denk bijvoorbeeld aan
tilapia, tarbot, tong, snoekbaars of tropische garnalen. Dit schept uitstekende per
spectieven voor de toekomst. Omdat mondiaal ook de milieu-eisen strenger worden,
bestaat er wereldwijd veel interesse in de Nederlandse kennis van recirculatietechno
logie. Dit biedt extra kansen voor Nederlandse ondernemers'aldus Verdegem.
Eenzelfde beeld van een markt waar de vraag het aanbod overstijgt tekent zich
af voor schelpdieren. Het belangrijkste productiegebied voor de kokkelvisserij in Eu
ropa, de Waddenzee, is met ingang van 1 januari 2005 gesloten gebied voor de kok
kelschepen die daar gedurende een halve eeuw actief zijn geweest. Verstoring van
de op de bodem levende organismen (het benthos) én het wegkapen van kokkels als
vogelvoedsel vormden hiervoor de reden.
De vraag vanuit de mediterrane landen naar dit hartvormige schelpdier, in Zeeuws-
Vlaanderen als 'kokhaan' aangeduid, is echter onverminderd groot. Een vraag die
grotendeels onbeantwoord blijft. Noodgedwongen, want de resterende productie
is verre van toereikend. Deze productie komt van vissers die met een zogenaamde
kokkelbeugel en een flinke portie spierkracht de kokkels uit de zandbodem trekken.
Dertig vissers beoefenen deze vorm van handmatige visserij, die waarschijnlijk al uit de
Middeleeuwen dateert. Naast deze 'handkokkelaars' zijn nog enkele kokkelschepen
actief in de Zeeuwse wateren. Als daar tenminste voldoende van deze schelpdieren
overblijven voor de vogels.
Oesters vormen geen serieuze voedselbron voor vogels. In Zeeland worden twee
soorten oesters gekweekt: de inheemse Platte oester en de Japanse oester of Creuse
die in de jaren zestig van de vorige eeuw in de Oosterschelde is geïntroduceerd. De
schelpdierziekte Bonamia ostrea is er debet aan dat de Platte Zeeuwse nagenoeg ver
dwenen is uit de Deltawateren. De mogelijkheid om bonamia-resistente Platte oesters
te kweken wordt al enkele jaren onderzocht. De vraag naar deze delicatesse, door
velen betiteld als de Rolls Royce onder de oesters, is groot.
Ook voor mosselen geldt dat de vraag, die in dit geval vooral uit België komt,
groter is dan het aanbod. De mosselcultuur heeft te maken met een schrijnend tekort
aan de belangrijkste grondstof: het mosselzaad. Mosselzaad is natuurlijk helemaal
geen zaad. Het zaad en de eitjes hebben al lang hun vruchtbare werk gedaan als we
over mosselzaad spreken. Mosselzaad zijn jonge mosseltjes, één a twee centimeter