Over de oorzaken van de teruglopende visstapels bestaat veel verschil van mening. De natuur- en milieubeschermers wijzen eensgezind op de te hoge visserijdruk, de vissers zien minstens zo belangrijke oorzaken in de klimaatverandering en in de vervuiling en defosfatering 1 van de kustwateren. Hoe het ook zij: de visbestanden vertonen al jaren een dalende trend en de door de Europese visserijministers jaarlijks vastgestelde maximum toegestane vangsthoeveelheden vertonen hiermee gelijke tred. Waar het aanbod van gevangen vis om bovenstaande redenen stagneert, vertoont de vraag wereldwijd een stijgende lijn. Ook in eigen land, dat qua visconsumptie toch tot de achterblijvers in de Europese Unie behoort, zit de consumptie van verse én diepgevroren vis en visproducten al jaren in de lift. Verorberde het gemiddelde Ne derlandse gezin in 2000 nog 5,9 kilo vis per jaar, in 2006 kwam dat uit op 7,5 kilo. Het gemiddelde gezin kocht in 2006 achttien keer vis. Dat komt neer op één keer per twee en een halve week. Ter vergelijking: bij een Spaans gezin staat in dezelfde periode ruim zeven keer vis op het menu. De verwachting is dat de binnenlandse con sumptie verder zal stijgen. Vis is immers veelzijdig. Vis is bovendien lekker, natuurlijk, gevarieerd, exclusief, trendy, makkelijk, en bovenal gezond, oergezond. Vis bevat tal van gezondheidsbevorderende mineralen en vitamines en is rijk aan visvetzuren. Die zijn goed voor onder meer hersenen, hart en bloedvaten. Door de groeiende wereldbevolking en de toenemende vraag naar eiwitrijk voedsel zal de vraag naar vis volgens de Food and Agricultural Organisation (FAO), de Wereld voedselorganisatie van de Verenigde Naties, de komende kwart eeuw met 25 procent toenemen. Ziehier de spagaat waarin de visserijsector zich bevindt. Dalende produc tiecijfers en tegelijkertijd een aantrekkende vraag. De kweek van vis wordt als meest kansrijke activiteit gezien om dit gat te dichten. De ontwikkelingen gaan snel. Van de driehonderd soorten vis die met enige regel maat door de mens worden geconsumeerd, worden inmiddels zo'n vijftig soorten gekweekt. Dat aantal zal de komende jaren ongetwijfeld groeien. En daarmee de productie. In 2003 bedroeg de mondiale productie van de aquacultuursector reeds 42 miljoen ton; ruwweg éénderde van de totale visserijproductie. De FAO heeft de verwachting uitgesproken dat de groei van de productie, die jaarlijks negen procent bedraagt, de komende decennia door zal zetten. De vraag is waar die productiegroei plaats zal vinden. 'In Azië', luidt het stellige ant woord van Mare Verdegem, senior-onderzoeker aan de Wageningen Universiteit. 'Nu reeds is 92 procent van de mondiale aquacultuurproductie afkomstig uit Azië. De algemene verwachting is dat de voorziene groei vooral daar zal plaatsvinden. De na tuurlijke omstandigheden zijn er goed en de productiekosten laag. Koudwatersoorten zoals zalm en kabeljauw kunnen we in Nederland niet efficiënt kweken, omdat bij ons de omgevingstemperatuur te hoog is. Aan de andere kant is het bij ons te koud voor de kweek van warmwatersoorten. Dit euvel omzeilen we door vissen in recirculatie systemen te kweken, waarbij we de temperatuur optimaal houden. Een bijkomend voordeel is dat recirculatieteelt voldoet aan de strengste milieueisen, omdat het water constant gezuiverd wordt. Dit maakt recirculatieteelt echter wel duur in vergelijking tot conventionele open teeltsystemen die aan veel minder strenge milieueisen vol- Defosfatering: het terugdringen van fosfaatuitstoot. Als onbedoeld neveneffect hier van treedt een verstoring van de voedselketen op.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2007 | | pagina 45