De Zeeuuise Tong
ZL
Rquacultuur als lonhend perspectief
Groeiende belangstelling
Jaap Broodman
De belangstelling voor aquacultuur is groot. Sinds een jaar of tien staat aquacultuur
nadrukkelijk in de belangstelling. In de eerste plaats van onderzoeksinstellingen en
overheden, maar na aanvankelijk de kat uit de boom te hebben gekeken, ook van
ondernemers in onze provincie. 'Zeeland loopt mijlenver voorop als het gaat om de ont
wikkeling van de aquacultuursector in Nederland', zo stelt Martin Scholten, directeur van
Wageningen IMARES, het kennisinstituut dat zich bezig houdt met strategisch en toege
past wetenschappelijk onderzoek naar mariene ecosystemen. Het bewijs voor deze uit
spraak is er: de afgelopen twee jaar zijn ruim dertig concrete initiatieven op het gebied
van aquacultuur in onze provincie in uitvoering genomen. Variërend van de teelt van
zeekraal in de polder tot de kweek van kokkels in Plan Tureluur. Het stimuleringsbeleid
dat de provincie Zeeland in 2004 heeft ingezet werpt zijn vruchten af. Het initiatief 'De
Zeeuwse Tong' moet als - voorlopige - kroon op het werk het begin van een nieuwe
economische sector inluiden: een sector die gebaseerd is op de gecombineerde produc
tie van zeetong, zagers, schelpdieren en zilte gewassen.
Zo'n tienduizend jaar geleden verruilde de mens het verzamelen van zaden en
granen voor een eerste, primitieve vorm van landbouw. Dit leidde naast het noma
denbestaan tot de mogelijkheid van een min of meer vaste woonplaats. Niet veel
later drong het besef door dat het jagen op wild niet vanzelfsprekend plaats hoefde
te vinden als daar gezien de voedselbehoefte gebrek aan was. Het 'houden' van wild
in de nabijheid van de wooneenheid bood onze voorvaderen de mogelijkheid een
voedselvoorraad aan te houden die in tijden van schaarste kon worden aangesproken.
De landbouw en de veeteelt, ondanks afname nog steeds goed voor zo'n zeventig
procent van het grondgebruik in Nederland, waren geboren.
Vreemd genoeg heeft een dergelijke ontwikkeling op zee zich niet voorgedaan. Nog
altijd wordt het overgrote deel van de aquatische productie opgebracht door activitei
ten die in hun essentie te vergelijken zijn met de jacht. Ontelbare vissersschepen varen
dagelijks het zeegat uit om de culinaire rijkdommen letterlijk boven water te halen,
om te voldoen aan de vraag van consumenten. De vissers zijn daarbij afhankelijk van
de natuur, van wat de zee ze biedt. Zo ook met zoutminnende planten. Aziatische
kustbewoners oogsten zeewier, Franse kustbewoners snijden zeekraal. Ze zijn voor
het resultaat van hun oogst afhankelijk van de grillen van de natuur. En waar voor