De schaduwkanten van de Deltawerken
naals. Denk aan de gelatenheid, waarmee de vissers Veere verlieten, toen de Veerse
Dam werd aangelegd. Maar in de jaren zestig veranderde de samenleving en dat had
ook zijn weerslag op de Deltawerken. In de jaren zeventig woedde er een hevige strijd
tussen de gevestigde orde en de milieubeweging samen met de vissers uit Yerseke.
Dat resulteerde in de polderoplossing optima forma: de stormvloedkering in de Oos-
terschelde. De Oosterschelde niet gesloten, niet open, maar een beetje open en een
beetje dicht. De stormvloedkering als kroonjuweel van de Deltawerken. Nog steeds
het toonbeeld van waterbouwkundig kunnen.
Maar toch begon het trotse beeld van de Deltawerken haarscheurtjes te verto
nen, want we begonnen ons langzaam te realiseren, dat die Deltawerken ons dan wel
veiligheid hadden gebracht, maar dat zich ook allerlei vervelende verschijnselen gin
gen voor doen. We begonnen ons achter de oren te krabben: die inpoldering van de
Deltawateren, die forse ingreep in de ondergrond, was dat nou werkelijk zo ideaal?
In de loop der jaren werd steeds duidelijker, dat het wegvallen van de estuariene dy
namiek (rivierdynamiek, getijdynamiek, zoutdynamiek, morfodynamiek) ecologische
nadelen heeft. Zoals bij de mens gebrek aan beweging leidt tot verstopping van de
aderen, zo leidt gebrek aan dynamiek in een voormalig estuarium ook tot allerlei on
gezonde verschijnselen. Elk deltawater is kwalen gaan vertonen die terug te voeren
zijn op het onvoldoende doorstromen van water met daarin sediment en voedingstof
fen. Werden bijvoorbeeld voorheen in een natuurlijk estuarium deze voedingstof
fen op hun weg naar zee geleidelijk omgezet in algen, zoöplankton, bodemdieren,
schelpdieren als voedsel voor, vissen en vogels, in stilstaande meren leidt een teveel
aan voedingstoffen tot overmatige algen- en blauwalgenbloeien. Een korte opsom
ming van de schaduwkanten van de Deltawerken:
Het zoete Volkerak-Zoommeer gaat gebukt onder jaarlijkse blauwalgenbloeien.
Hetzelfde geldt voor de Binnenschelde en het Markiezaatsmeer, grenzend aan
het Volkerak-Zoommeer. (Figuur 17)
Het brakke Veerse Meer kreeg te kampen met massale ontwikkeling van zeesla
en algen en zuurstofloosheid in de diepere delen.
Door het wegvallen van de dynamiek kwam het vervuilde rivierslib tot bezin-
king in het zoete Haringvliet en het Hollands Diep. Dit leidde tot sterk vervuilde
waterbodems. Gelukkig is de kwaliteit van het rivierwater de laatste jaren sterk
verbeterd, zodat het slib, dat nu bezinkt, een stuk schoner is, maar het vormt een
steeds groter probleem voor de afvoer van rivierwater.
De zoute Oosterschelde lijdt aan 'zandhonger'. De stroomgeulen zijn te groot
voor het kleinere debiet dat door de Oosterscheldekering stroomt. Er stelt zich
een nieuw natuurlijk evenwicht in waardoor via erosie de waardevolle slikken,
schorren en platen langzamerhand verdwijnen in de diepe geulen. Daarnaast is
de productiviteit van de Oosterschelde in de laatste tien jaar sterk afgenomen. Dit
wordt vooral in verband gebracht met een significante afname van het doorzicht,
waarschijnlijk door het vrijkomen van humuszuren uit eroderende veenbanken.
Het Grevelingenmeer vertoonde in het verleden zuurstofloosheid in de diepere
delen. Dit is inmiddels ten dele opgelost door een doorlaatmiddel in de Brouwers-