Daar een nieuuue delta ZL Lagenbenadering Leo Adriaanse Tjeerd Blauw Meer dan duizend jaar geleden konden de mensen niet anders dan zich aanpassen aan de natuur. Overstroomde het deltagebied waar zij woonden dan vertrokken zij. De afgelopen duizend jaar hebben mensen deltagebieden naar hun hand weten te zetten, niet beseffend dat ze daarmee de natuurlijke landschapsvormende processen op de lange termijn verstoorden. Daar komen we nu steeds meer achter. Het is tijd voor een koerswijziging. We kunnen onze delta stapje voor stapje opnieuw gaan inrichten met respect voor en slim gebruik makend van de natuurlijke ondergrond. De netwerken van onze wegen, drink-landbouw- en industriewater kunnen we bijvoorbeeld onafhanke lijker maken van de ondergrond. En onze huizen en bedrijfsgebouwen misschien ook wel. De natuurlijke dynamiek van de delta die de basis vormt van de schoonheid, de biologische diversiteit en het productievermogen van de delta kan dan meer de ruimte krijgen zonder dat wij daar last van hebben. In dit artikel beschrijven wij de loop der dingen in twee vergelijkbare en toch zeer verschillende delta's: die van zuidwest Nederland en die van zuidelijk Louisiana in de Verenigde Staten van Amerika. De lagenbenadering is een denkmodel voor de analyse van gebieden en voor het ontwerpen en beoordelen van plannen voor civieltechnische infrastructuur: we gen, waterwegen, werken ten dienste van de veiligheid en de waterhuishouding. In de nota Ruimte voor ontwikkeling (2005) is dit denkmodel gebruikt. Het model geeft inzicht om samen met betrokken partijen tot toekomstgerichte, bewoonbare en eco nomisch bruikbare deltalandschappen te komen. Het model onderscheidt drie fysieke lagen. Elke laag beïnvloedt de ruimtelijke mo gelijkheden in de laag er boven. Elke laag is onderhevig aan veranderingen, maar de snelheid waarmee die plaatsvinden verschilt. Hoe langzamer en grootschaliger de veranderingen van nature plaatsvinden hoe voorzichtiger men moet zijn met het beïn vloeden ervan, omdat ze tot ver in de toekomst effect zullen hebben. De eerste laag is de ondergrond. Die bestaat uit de bodemopbouw, het grond- en oppervlaktewater en de er thuishorende flora en fauna. Veranderingen vinden van nature plaats in eenheden van eeuwen (vijftig tot vijfhonderd jaar) en zijn meestal van grote schaal en gestaag voortgaand. Beslissingen over ingrepen in de ondergrond kunnen duurzaamheid in de weg staan en grote, noodzakelijke, zeer kostbare be heersinspanningen in de toekomst veroorzaken.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2007 | | pagina 23