Voor de tweede heer een bruisend zeiljacht
Sociëteit
De Ara Zeebrugge, op zee, nadert haar naamstad. Het wordt slecht weer. Don
kere wolken bedekken de hemel. Het gaat harder waaien. Duidelijk is te zien dat we
zo de volle laag regen gaan krijgen. Geen bezwaar voor de zeiljachten die vanuit Zee-
brugge op volle zee met een zeilwedstrijd bezig zijn. Rechts van ons wordt er driftig
bij een tijdelijke wedstrijdboei gezeild. Acht andere jachten die ook mee willen doen
met de strijd spoeden zich met deze wind in hoog tempo richting volle zee.
Op de radar is de aankomende bui als een grote vlek te zien. Nu zien we Yoeri het
radarbeeld echt bestuderen. 'Als in die bui straks daar een jacht zit, zie je die niet',
meldt Yoeri. Ik kijk op het scherm. Links is duidelijk de kust te zien, rechts de bui en
alle vlekjes zijn jachten.
Van de andere kant komt eveneens een groot schip aan. Uit de richting van Oostende
op doorreis naar de Westerschelde Eén jacht zeilt door en probeert vóór de beide
grote schepen langs te gaan. Het ons tegemoet komende schip ontwijkt een jacht en
belandt nu meer in het midden van de vaargeul. De regen klettert inmiddels met veel
lawaai tegen het raam. De kapitein en de loods staan beide op twee verschillende
radars te turen en kijken steeds naar buiten. Met z'n zessen zijn we nu op de brug
aan het kijken wat de zeilscheepjes doen. Twee zijn nu voorlangs aan de goede kant
beland. 'Maar die houd ik nog wel in de gaten', meldt Yoeri. Eén jacht belandt tussen
de zeeschepen in, die elkaar inmiddels niet meer zo ruim passeren als gepland. Een
jacht komt voorbij de brug en vaart even later achter ons langs. Via de scheepsradio
horen we het andere zeeschip mopperen tegen de verkeersleiding. Het is spannend
voor iedereen, denk ik.
De bui is voorbij en het stopt met regenen. Kapitein van Berchum neemt het roer over.
Hij heeft een bevoegdheid om Zeebrugge zelf in te varen. Er volgt een prachtige draai
in de haven waarna het schip met zijn neus weer richting zee afmeert. De kranen
starten meteen met hun taak het schip lichter te maken.
De loods wordt door kapitein van Berchum bedankt en vervolgens reizen we over land
met de eigen taxidienst van het loodswezen naar Breskens. Hier worden we door de
snelle loodstender Explorer naar Vlissingen overgevaren. Onderweg pikt de Explorer
een loods op van een schip. Dat gebeurt allemaal in een paar minuten. Het is verba
zingwekkend hoe behendig en precies de schipper van de Explorer manoeuvreert.
Met een snelheid van 26 knopen, ongeveer 48 kilometer per uur, varen we nu door
naar Vlissingen.
We arriveren met de Explorer in Vlissingen. Na gedane arbeid gaan de loodsen
op een beurtrol en kunnen ze in hun twaalf uur durende dienst worden opgeroepen.
De loodsen hebben voor het wachten een eigen sociëteit met prachtig en nuttig uit
zicht over de Westerschelde. De loodsenhistorie is binnen goed te zien aan het oude
meubilair, foto's en schilderijen. De sociëteit zelf is opgericht met goedkeuring van Ko
ning Willem III. We praten in een comfortabele omgeving aan de bar nog even na met
de loodsen Freek, Lykele en Jan. Yoeri zit aan het uiteinde en laat vooral zijn collega's