Loodsenkennis: weten, zien, voelen, horen Verdieping van de UJesterschelde leidt tot afnemende marges Intussen zijn op de brug de anderen weer met hun normale routine bezig en gunnen we het jacht nog een goede vaart terwijl het aan stuurboord van de brug passeert. Op de vraag wat nu de echte 'loodsenkennis' is, komt een kort antwoord van Yoeri: 'Stromingen, dieptes met daaraan verbonden de ligplaatsen van boeien.' Feite lijk zit de hele zeekaart van de Westerschelde in het hoofd van een loods. En meer dan dat, blijkt. 'Op de kaart mag je niet vertrouwen'zegt Yoeri. 'Boeien kunnen per on geluk door een schip, of In de winter door ijs, meters meegenomen zijn en nu ergens anders liggen. Of de boei is wel op haar plaats maar de bodemsituatie is veranderd. Het zand op de bodem wordt door de stroming steeds meegenomen.De loods ziet, voelt en hoort die veranderingen. Het zien gebeurt door nauwkeurig de stromingen bij de boeien te observeren. Als er water langs een boei stroomt ontstaat er achter de boei een zogwater, net zo als aan de achterkant van een schip dat door het water vaart. Door de richting en lengte van het zog per boei en moment van het getij te onthouden weet de loods uit zijn hoofd wat er bij de kop van het schip - soms 350 meter verderop - al aan het gebeuren is! Het zog kan richting zee staan als het water naar zee stroomt en richting Antwerpen als het die kant uit stroomt. Maar de stroomrichting kan ook dwars op het vaarwater staan, waar door het schip compleet naar links of rechts wordt verzet. Dat gebeurt als het water over de zandbanken gaat stromen. De loods weet bij welke waterstand dat bij welke bank gaat gebeuren. Niet hierop reageren resulteert in een dwars verzet van het schip, de Hoe langer, breder en dieper het schip is, hoe meer lading mee kan. Grote zee schepen leveren daarom veel omzet en werk op. Antwerpen is al jaren voorstander om de Westerschelde dieper te baggeren zodat diepere schepen naar haar havens kunnen varen. Dat maakt het er voor de loodsen niet makkelijker op. Het zal in de vaargeul harder gaan stromen. Yoeri: 'We komen dan nog harder dan nu met een schip stroomafwaarts of -opwaarts. Je zoekt nog meer de marges op.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2007 | | pagina 235