Sluishil aan stoot
ZL
Spel van artistieke schoonheid en technisch keizerschap
Arnold Parre
Wie verwacht dat nu? Sluiskil, een geamputeerd kanaaldorp van net tweeduizend in
woners op de wereldkaart van de biljartsport! En dat is waarachtig geen kleinigheid.
In de laatste week van januari 2007 kwamen er zo'n honderdtwintig spelers uit onder
andere Japan, Korea, Turkije, Griekenland, Equador, Peru, Noorwegen en nog eens meer
dan dertig wereldtopperstoppers naar Sluiskil voor de worldcup driebanden. Dat was
sinds de eerste organisatie in 2005 voor de derde keer het geval. Met de WK-drieban-
den in 2010 in het verschiet is het ook nog lang niet de laatste keer geweest. Een week
lang staan de sportschijnwerpers op het dorpje gericht en is een internationaal gezel
schap van sportverslaggevers actief om de sportwereld op de hoogte te houden. Naast
de sporters en reporters trekt het evenement zo'n tweeduizend bezoekers. Waar een
klein dorp groot in kan zijn. Het komt allemaal voort uit persoonlijke initiatieven en het
wordt gedragen door de Sluiskilse saamhorigheid.
Bij de worldcup treedt het puikje van de biljartwereld aan. Voor deze spelers
'is biljarten een spel van techniek, een spel van langdurige, uiterst nauwgezette oe
fening, een spel van weten, maar ook van het allerteerste aanvoelen. Een spel van
de geest en van de fijnste vezeltjes der zenuwen, een spel van topconcentratie en
van zelfbeïnvloeding, een spel van innerlijke vervoering bij magistrale beheersing van
het hyper-gevoelige 'dode' materiaal, een spel van productie-extase bij onhoorbare
samenspraak tussen scheppende ziel en ivoor. Een spel, gespeeld door millioenen en
slechts door honderden gekund... Biljarten is een spel van psychische sport-standing,
een spel van artistieke schoonheid en van een technisch keizerschap, een spel van
de welhaast magische macht der concentratie. Het is een spel van 'atmosfeer'. De
woorden zijn van de pionier van de Nederlandse sportjournalistiek Joris van den Bergh
(1882 - 1953). Ze staan opgetekend in zijn befaamde boek Mysterieuze krachten in
de sport, waarvan de eerste druk in 1941 verscheen, waarna nog veel drukken volg
den, de laatste in 1996 bij Thomas Rap. PZC sportjournalist Frits Bakker is zelf een
verdienstelijk driebandenspeler. Hij zegt over het citaat: 'Wat een lyrische beschrijving
van de sport waarvan velen denken dat die door veel onverlaten en zuiplappen wordt
beoefend. Maar ik herken veel in het zinderende gevoel, dat ik in uitzonderlijke mo-
Foto's in dit artikel, tenzij anders vermeld: Mechteld Jansen.