ZL
Sluiskil
Het Rijke Roomse Leven
Arnold Parre
Voor de schrijver Willem Brakman is Zeeland het land waar de verhalen vandaan ko
men. Zijn beide ouders kwamen uit Zeeuws-Vlaanderen en tijdens bezoeken aan dit
oorsprongsgebied van zijn familie luisterde hij naar wat zijn grootvader, vader, moeder
en tantes vertelden. Het waren verhalen 'die de kracht en de onmiddeiiijkheid bezaten
van een openbaring', zegt hij in een interview met Gerrit Jan Kleinrensink. Maar als er
niet verteld werd was zijn tijd in Zeeland 'één klonterige verveling.' Als hij later nog
eens terugkomt zegt hij: 'Het land dat ik had uitgerold in mijzelf, van koren en water had
voorzien, van zomerse windvlaagjes en stille straten, overleed ter plaatse bij de eerste stap
aan wal. Het was koud, kil, hard en overhuifd door onintieme industriële geuren. Het was
een land dat mij totaal onverschillig liet.' De ouders van Willem Brakman kwamen uit Ter-
neuzen. Dit deel van Zeeuws-Vlaanderen, de Kanaalzone en ook Sluiskil zal hij bedoeld
hebben met de door hem ervaren Zeeuwse werkelijkheid.
Het is het beeld van een buitenstaander. De mensen die hier wonen zijn zij, die
zelf de verhalen hebben. Die zien het anders. Loek van Hecke (56) is zo'n man. Als
geen ander kan hij vertellen over Sluiskil dat door een vloedgolf aan veranderingen
zijn gedaante telkens zag veranderen. 'Sluuskille is een steeds wisselend en verander
lijk wezen.' Toen Loek op de lagere school zat kende Sluiskil nog het Rijke Roomse Le
ven. Hij ging naar de St.- Antonius school, die in 1918 werd opgericht om katholieke
kinderen, die tot dan op de openbare school waren aangewezen, in de eigen 'zuil' een
basis voor leren en opvoeding mee te geven. Vooral in de beginjaren zwaaiden de zus
ters van het Heilige Hart er de scepter. Met het vertrek van de laatste zuster Johannie
in 1976 trok de congregatie zich uit het onderwijs terug en namen leken de taak over.
Toen Van Hecke op de lagere school zat, was zuster Maximiliana hoofd der school.
Onder haar regime werd er een tribunaal ingevoerd. Leerlingen van de hoogste klas
werden met een wit hesje het schoolplein opgestuurd. Uitgerust met pen en papier
dienden ze iedereen te noteren die zondigde tegen de regels. Op geregelde tijd werd
er in het bijzijn van alle leerlingen rechtspraak gehouden. De verantwoordelijke zuster
legde de leerlingen die wat al te vaak in het boekje van de brigadiers voorkwamen
een straf op. Hierbij werd een lijfelijke straf niet altijd geschuwd. Zo'n jeugdervaring
is natuurlijk een basis waaruit een verhalenverteller zijn inspiratie kan putten. Niet al
leen over school kan Loek beelden van en rond Sluiskil oproepen. Iets op touw zetten