water duurde het rootproces daarna één tot drie weken. Zij die de rootput vulden
stonden blootvoets tot aan de lendenen in het water. Drie weken later stonden ze dat
opnieuw. Nu om de natte, loodzware bundels op de kant te zwieren. Deze manier
van roten was ongetwijfeld een vuil en zwaar werk. Fysiek minder zwaar waren het
zogenaamde dauwroten, waarbij de vlasstengels op de akkers werden uitgespreid en
een zevental weken blootgesteld aan de inwerking van dauw, mist, regen, sneeuw,
zonlicht en wind, of het warmwaterroten. Bij laatstgenoemde methode werd het vlas
in afgesloten betonnen bakken van circa vier bij vijf meter geplaatst en onder water
Roterij 'Dobbelaere' te Koewacht, 1967. Foto: Beeldbank Zeeland.
gezet. De temperatuur van het water werd verhoogd tot circa vijfendertig graden Cel
sius. Het roten duurde in dergelijke hermetisch afgesloten bakken drie tot vier dagen.
Eind jaren dertig van de vorige eeuw werd deze methode op grote schaal, fabrieksma
tig, toegepast in Oost-Zeeuws-Vlaanderen.