Vlascultuur in Zeeuius-Vlaanderen
ZL
Vlas
Antoine Prinsen
In de diversiteit van het agrarisch landschap van Zeeuws-Vlaanderen neemt de vlascul
tuur nog steeds een belangrijke plaats in. Tegenwoordig wordt tachtig procent van het
Nederlandse vlas in Zeeland verbouwd en 75 procent daarvan in Zeeuws-Vlaanderen.
Er zijn nog diverse moderne vlasserijen in de streek. In Sluiskil staat de modernste en
de grootste. Het is het gerenommeerde, technologisch geavanceerde, agrarische mega-
bedrijf Van de Bilt Zaden en Vlas. Vlas heeft een zeer lange geschiedenis en hoort dan
ook tot het Zeeuws-Vlaamse erfgoed. Ook in Belgisch Vlaanderen en Noord-Frankrijk is
de traditie van de vlasteelt ongebroken. Een groot deel van de grondstof is nog steeds
bestemd voor de kledingindustrie, maar er zijn daarnaast tal van andere toepassingen.
Als groene grondstof en dankzij de moderne, gemechaniseerde milieuvriendelijke teelt
en bewerking heeft vlas een goed imago. Dat was vroeger wel anders. Werken in het
vlas was een zwaar en ongezond beroep. In een oude statistiek uit 1864 wordt expliciet
de milieuvervuiling door het roten van het vlas genoemd. De Hulster stadsarchivaris
Antoine Prinsen neemt de historie van het werken in en met vlas, alsook de vervui
ling onder de loep. Hij verhaalt van de inspanningen die het kostte om gezamenlijk de
immense waterverontreiniging als gevolg van het roten te lijf te gaan en besluit met
herinneringen, die met de huidige moderne vlasteelt en -bewerkingstechnieken snel uit
het actuele collectieve geheugen verdwijnen.
Ze zijn vaak bezongen en nog vaker geschilderd, de bloeiende vlaschaarden.
Een prachtig gezicht: de akker vol tere, één meter hoge vlasstengels met in de top een
klein blauw bloempje. Elk vlasbloempje bloeit echter maar enkele uren, van tien uur in
de morgen tot drie uur in de middag. Een vlaschaard staat daarom in zijn totaal maar
enkele dagen in bloei, meestal begin juni. Wanneer het vlas zich kuist, dat wil zeg
gen wanneer de bruin geworden blaadjes afvallen, is het vlas gereed om te oogsten
en kan het bewerken van de stengels beginnen. Het cultuurgewas, met de Latijnse
naam linum usitatissimum, is zeer veelzijdig en heeft een eeuwenlange geschiedenis
achter de rug. Duizenden jaren geleden repelden en zwingelden de Egytenaren en de
Romeinen al. Later werd Vlaanderen het centrum van de vlasnijverheid in Europa. Hier
werd het beste vlas gekweekt. Dat lag aan het gelijkmatige vochtige zeeklimaat van
onze streken en aan de grote zorg. die aan de teelt en bewerking van het gewas werd
besteed. Zorg die werd uitgedrukt in tijd en energie. Op het zaaien namelijk volgden