SchoaleHCursies niet of nauwelijks voor, stelde Borger in zijn tafelrede na afloop van de promotie. In het wordingsproces van het proefschrift schuurden de twee werelden dan ook soms ruw tegen elkaar en moest de promovendus noodgedwongen bijstellen, maar uitein delijk ontstond er een afgewogen en doorwrocht stuk dat fier overeind bleef in de academische discussie tijdens de verdediging op 21 november vorig jaar. 'Zonder wrij ving geen glans', zou de oud-Commissaris van de Koningin, W. van Gelder, zeggen. Het proefschrift van Frans Beekman is intussen in een boekhandelseditie verschenen; mooi vormgegeven en rijk geïllustreerd. Wie het leest raakt meteen geboeid, want ondanks de wetenschappelijke inhoud blijft het verhaal ook voor niet ingewijden zeer leesbaar. Ook onderwerpen die niet strikt noodzakelijk zijn voor het academische be toog, maar wel interessant zijn voor een breder publiek hebben een functionele plaats gekregen. Zo krijgen we informatie over bijvoorbeeld de schoolmeester en amateur onderzoeker uit Burgh, J.A. Hubregtse, voor wie Beekman een duidelijke en begrijpe lijke sympathie heeft, over de houtproductie op Schouwen, over de kapel van Onze Lieve Vrouwe op Zee en nog veel meer. Uniek is de reeks foto's uit de collectie van 'hobbyist' Pieter de Bruijne die het duinlandschap op bijzondere wijze vastlegde. In die aanpak en presentatie herkennen we de hand van de onderwijzer. De (wetenschappelijke) verdienste van Frans Beekman is dat hij jonge duinvorming op Schouwen en de gevolgen die dat voor het gebruik door de mens in de afgelopen dui zend jaar heeft gehad inzichtelijk heeft weten te maken. De Schouwse binnenduinen vormen een merkwaardig en zeldzaam cultuurlandschap in Nederland, concludeert Beekman. Natuurlijke processen en de mens hebben gezorgd voor een gevarieerd duinlandschap. De invloed van de mens op de buitenduinen en binnenduinen is door de eeuwen heen groter geweest dan wel is aangenomen. Duinen zijn meer cultuurlandschap dan natuurlandschap, is zijn conclusie. Terug naar de school in Zierikzee, waar het eigenlijk allemaal begon. Lesgeven aan onderbouw en bovenbouw heeft Frans Beekman altijd veel voldoening gege ven. Ook toen hij in 1991 besloten had een dag in de week te besteden aan zijn wetenschappelijk onderzoek en dus minder lessen gaf dan voorheen, bleef hij bijna alle zogenaamde buitenschoolse activiteiten met zijn collega's uitvoeren. Een grote belasting, maar wel leuk. Zo ging hij jaarlijks met plezier mee naar de Ardennen met de derde klassen. Daar verzorgde hij - hoe kan het anders- speciale tochten naar de Ourthe, waar leerlingen zelf onderzoek moesten doen naar water en waterkwaliteit. Het 'debiet' werd berekend, dat wil zeggen dat er nagegaan werd hoeveel water per minuut door de rivier stroomde. Frans deed dit ruim twintig jaar en dus kon hij in de loop der jaren het verloop van de meander met grote precisie traceren. Maar Frans was er niet alleen voor de inhoud. Hij was als geen ander de "vader" van het gezel schap door leeftijd en instelling. Heel wat keren ving hij leerlingen op die plotseling ver van huis zichzelf als puber tegenkwamen. Hij sprak met ze, stelde ze gerust en bracht -misschien voor even- weer wat orde en veiligheid in het bestaan. Een tweede hoogtepunt in het Zierikzeese schoolleven was ongetwijfeld het Frankrijk kamp. Aan het eind van ieder schooljaar was er voor de hoogste klassen HAVOA/WO

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2007 | | pagina 194