Rijh muzikaal bestaan Rlles te pijnlijk De viool is een levenspartner waar ik ongelooflijk veel plezier aan beleef. Ik studeer veel, ik repeteer graag, ik speel concerten, recitals, kamermuziek, ik speel solo en geef les. Ik ben dus altijd met die viool bezig. Daarnaast speel ik ook vaak gewoon voor de lol: hele avonden zit ik strijkkwartetten te spelen, zelfs als ik het heel druk heb. Het dirigeren is een verbreding en een innerlijke kennismaking met fantastisch repertoire. Ik heb een vrij brede muzikale horizon en heb op artistiek gebied wel meer talenten. In die veelzijdigheid schuilt ook een gevaar: je kunt dan namelijk kiezen. Zo is mijn gave op tekengebied minstens zo groot als voor de muziek. Mensen die mijn tekeningen zien zeggen: je moet daar iets mee doen. Maar daar interesseer ik me helemaal niet voor. Voor schrijven heb ik aanleg en daar doe ik ook al niks mee, dus ik beperk me al. Aan de andere kant: als ik mij alleen maar zou bezighouden met de viool, dan heb ik toch het gevoel dat ik mezelf tekort doe. Maar als ik louter voor het dirigeren zou kiezen, dan zou ik doodbloeden. Ik weet nog dat ik als kind op de fiets zat en dacht: ik moet kiezen of ik acteur wil wor den of musicus. In mijn allereerste pianoboekje, vijf jaar was ik toen, staat in schots en scheve letters en vol spelfouten: Hard studeren, dan word je pianist. En nóg harder studeren dan word je misschien wel, en dat was het allerhoogste wat je ooit kon bereiken in mijn beleving:componist. Dat doe ik bij vlagen heel intensief, compone ren. Met zo'n opdracht voor een stuk over Michiel de Ruyter doe ik bijna niets anders. Toch merk ik dat het uiteindelijke resultaat dan nog lang niet af is. Niet omdat ik het zo slecht hoor van binnen, maar omdat ik te weinig routine heb met de orkestratie. Ik besef dat dat hele proces veel gladder zou verlopen, als ik meer en regelmatiger zou componeren. Muziek schrijven is niet iets wat je even tussendoor doet. Het laat eigenlijk geen ruimte voor andere bezigheden. Componeren is echt een leven. Op de een of andere manier vind ik vioolspelen een heel erg joodse bezigheid. Er zijn zo veel verschrikkelijk goede joodse violisten... Mijn moeder was joods. Een groot gedeelte van mijn leven is bepaald door de ontwrichting van de Tweede We reldoorlog. Ik zou mezelf echt als tweede generatie slachtoffer kunnen zien, maar dat heb ik van me afgeworpen. Omdat ik geen slachtoffer meer wil zijn. Een ingewikkeld verhaal: enerzijds de oorlog, anderszijds de ambities van mijn vader, die ongeïnteres seerd was als je mislukte. Een stressvol gezin met een oorlogstrauma. Dus van alle kanten haken en ogen. Tegelijkertijd is het ook weer niet zo simpel dat het allemaal vervelend was. Want het waren eigenlijk heel aardige en leuke mensen, mijn ouders. Als je ze zou meemaken, dan zou je bijzonder gecharmeerd zijn. Het is voornamelijk de oorlog, die bijna dagelijks een rol speelt in mijn brein, in mijn hele wezen. Ondanks het feit dat ik probeer er mee af te rekenen, ik ben tenslotte geboren in 1951Dat joodse aspect is extra gecompliceerd omdat mijn moeder zo'n rare verhouding had met alles wat met het Jodendom te maken had. Haar vader had het namelijk definitief afgezworen. Dat wil zeggen: het joods-orthodoxe leven. Mijn grootvader was van de generatie arme Amsterdamse joden die zich aansloten bij de

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2007 | | pagina 176