De iïlaestro en de Zee Het is te gehaast. Dat is zo armoedig - muzikaal. Nog eens op de eerste keer in één tempo. En dan cantabile. Jullie zingen, maar het hart slaat op hol. Hou het hoofd koel. Ritme graagritme. Juist: dat is ritme. Dit klinkt te sterk en te grof. Te machinaal. Als een koffiemolen - er zit te veel koffie in. Het moet makkelijk klinken. Spannender. Lichter. Geen druk, wel beweging. Vibrato. Laat de stok springen, laat de stok dansen. Ik wil zo graag meer gebaar zien. De hele stok op die opstreek. Twee maten bij elkaar en dan 2 streken. Zacht zacht - de hele stok. Opstreek, afstreek opstreek afstreek. Koor: de inzet was goed. De duivel was prima. De nederlaag onzeker. Crescendo. En dan zeer stil spelen - bijna zonder vibrato. Lang. En dan zacht maar warm. Geen crescendo. Komma. En dan piano. Zeer zacht pianissimo. Het moet ijl zijn. Mahleriaans. Nog eens. Meno mosso. En dan decrescendo over die hele lijn naar boven. Best mooi alleen - maar 't staat er niet. Samen, samen. Het moet echt zacht zijn. Zeer zeer zeer zacht. Lichter en piü espressivo.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2007 | | pagina 174