Het museum verdient de belufte van geluk van Veere het meest somber stemmende voorbeeld. De kerk is niet geschikt voor muziek en er ook niet geschikt voor te maken. Het gebouw komt het meest tot zijn recht in totale leegte wanneer het zijn onmetelijke ruimte uitspant en laat ervaren. Een schoonheid op zich in een wereld die de ruimte steeds meer inperkt. Wellicht moeten we haar overlaten aan de vergankelijkheid, met klaagzangen op de resten van de mu ren over een lang verleden in de verre toekomst. Wat gisteren niet bestond, en waar van het vooruitzicht van verval ons vandaag benauwt en beklemt, zal morgen van waarde zijn. Ondergaan wij ook niet de geheimzinnige schoonheid van de ruïnes op het Forum Romanum of van het Parthenon? Sommige gebouwen zijn zo zelfbewust dat we er beter aan doen ze te laten. Vooral de kunst kan het slachtoffer worden van deze drift tot hergebruik. In het Zeeuws Museum zal het evenwicht tussen gebouw en collectie voor altijd zo broos zijn, dat er sprake is van onbalans. En dat vraagt om politieke moed. Want wie Het Zeeuws Museum liefheeft denkt aan meer ruimte of aan een nieuw gebouw. Niet alleen een functioneel gebouw, maar ook een gebouw dat de afzonderlijke kunstvoorwerpen van de provinciale collectie de ruimte biedt de opwin dende uitdaging van de beleving van schoonheid en associatie te versterken. Alleen dan is het mogelijk de voorwerpen de betekenissen te geven die hun conservatie legitimeert. Kunst is context: alleen zo spreekt zij tot ons en zij communiceert met ons door associaties op te roepen die ons in staat stellen meer van onszelf te begrijpen. Onze herinnering leeft bij symbolen. Het Zeeuws Museum verdient een compliment voor zijn poging om evenwichtigheid te scheppen in de onbalans tussen de oorspron kelijke functionaliteit van de abdij en zijn museum. Zijn benadering verdient echter balans. 'Schoonheid is de belofte van geluk'. Een politiek bestuur dat kiest voor de realisatie van die belofte, is een bestuur dat kiest voor het wezen van de huidige tijd. Zeeland is toe aan een spraakmakend gebouw, speciaal ontworpen voor de Zeeuwse collectie, maar ook in staat een perfect en gastvrij onderkomen te zijn voor reizende collecties, zoals de collectie-Nederland, en voor spraakmakende tentoonstellingen. Een elegant, licht gebouw met gepaste eigenzinnigheid waarvan de invloed op de presentatie geroemd wordt en dat een nieuwe dynamiek tot stand brengt. Een mu seumgebouw dat een stad op de kaart kan zetten, voldoende deemoedig tegenover alle kunst, maar onmiskenbaar een huis waar velen even thuis willen zijn. Zeeland verdient zo'n gebouw. De inspanningen die het zal vergen om het te realiseren, zullen vervagen en uit de herinnering verdwijnen. Rest de belofte van geluk.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2007 | | pagina 132