Boerenschuren
Koffie en nog eens koffie. Het regent onzomers op het kerkplein van Groede. Een
enkele verzopen toerist doet haastig een boodschap, de terrassen zijn doods. De
jazz klinkt zacht op de achtergrond. Hij vertelt dat hij van huis uit de klassieke mu
ziek heeft ingegoten gekregen, daar kwam jazz slechts incidenteel in voor. Maar
hij is via een vriend met een inhaalslag bezig en het boeit hem mateloos. De sfeer,
de creativiteit van de improvisatie, de instrumenten. Namen en bands, opnames
en titels van platen zweven door het atelier. En passant vraag ik of die inhaalslag
ook in zijn werk voelbaar is.
Uit de rekken komen aquarellen en tekeningen. Notities op klein en groot for
maat, intieme landschapstekeningen en overdadig kleurige aquaerellen en alles
daar tussenin.
Al pratend komen we voortdurend op zijn ontwikkeling, over de afgelegde weg
en het perspectief. Op een gegeven vraagt hij of ik zijn werk ken dat hij in boe
renschuren heeft gemaakt. Nog voor ik antwoord kan geven, tovert hij enorme
aquarellen te voorschijn, interieurs van boerenschuren. Hij kent al die schuren en
is bevriend geraakt met de eigenaars, met Cappon bijvoorbeeld en zijn zoon Jo.
'In die schuren ligt die enorme troep, al die voorwerpen die weggezet zijn en geen
functie meer hebben. Ook die ruimte zelf met al die rommel is zo, volgeraakt en
buiten gebruik. Over alles het stof, het is door elkaar gesmeten, opgetast, het
roest. En de uitdaging als schilder is dat je een uiterst beperkt gamma van kleur
en een rijkvorm van vormen hebt. Binnen dat kleine gebied van kleuren moet je
met je kleuraccenten en je toon werken om die overdadigheid van vormen tot een
geheel te brengen. De compositie is in deze dingen nummer één.