fllarollepiit
niks hebben van dat gedoe van Rudolf Steiner. Hij is vooral praktisch. Liefde voor
de natuur is zijn motief. Zijn tegendraadsheid voedt zijn verzet tegen het gang
bare. Met zijn 'doorzetterigheid' heeft hij veel weten te bereiken.
Jan de Zwart woont nu op Marolleput onder Nieuwvliet. Het is meer een naam
dan nog een buurtschap. Ja, vroeger, in de jaren zestig van de twintigste eeuw,
stonden er nog achtenveertig huisjes voor boerenarbeiders en wat ouderen. Er
was ook een cafeetje. De arbeiders zijn weggetrokken naar Rotterdam en de ou
deren gingen naar een comfortabeler onderkomen met gas, water en elektriciteit
in Oostburg. Bijna alles werd afgebroken, op een paar huisjes na, die recreatiewo
ning werden. Nieuw in Marolleput is de bedoening van Jan.
Gedeelte van een
fragment van de
'Heraldische' kaart
van het Brugse
Vrije, geschilderd
door Pieter Pour-
bus tussen 1561
en 1571. Het
geeft een beeld
van West-Zeeuws-
Vlaanderen in de
tweede helft van
de 16de eeuw.
Een marolle is het lokale woord voor een waterhoen of een meerkoet. Het heeft
niks te maken met de beroemde Brusselse volkswijk. Daar is de naam afgeleid van
de zusters Maricollen, die er zich in de achttiende eeuw vestigden om de armen
te verzorgen. Volgens Jan de Zwart heet het hier oorspronkelijk 'Morelleput', naar
een vluchthaventje uit de dertiende eeuw langs een Zwingeul, dat na afdamming
een brakke put met zeekraal en andere zoute vegetatie werd. 'Morelle' wijst naar
zuur of bitter en later is het verbasterd tot de naam van dat waterhoen. Jan de
Zwart kan het weten, want zijn passie voor de natuur heeft hem ook tot liefhebbe
rijen als archeologie en historische geografie gebracht. De sporen van dat haventje
heeft hij zelfs in de ondergrond teruggevonden, inclusief een rest van een haven
hoofd. Zijn Bed Breakfastboerderij annex theetuin en Zeeuwse 'spellenschuur'
heeft hij de oorspronkelijke naam gegeven. Morelleput.