Kastjeskijherij
Ballotage
Zijn door Aardenburg geïnspireerde verdieping in de archeologie van de Romeinse
tijd - naast allerlei andere opgravingsprojecten - leverde als 'bijproduct' een inter
nationaal gewaardeerd specialisme op: grote kennis van het Romeinse aardewerk
type terra sigillata, de rode, gestempelde waar. Trimpe ontwikkelde zich tot één
van de ongeveer vijf kenners van dit luxe, nauwkeurig te dateren materiaal in ons
land. Behalve in zijn eigen publicaties ziet men in tal van geschriften van collega's
dan ook een aan Trimpe gewijde vermelding 'met dank aan'. De mijngangen van
het voor de leek obscure specialisme werden ook hier verlicht door het flauwe,
maar priemende lampje van de Trimpiaanse humor. Een jaar of vijf geleden recen
seerde Trimpe Burger een dissertatie over Zuid-Gallische terra sigillata uit Vechten.
De promovendus stelde vast dat de sigillatachronologie eigenlijk een reus op le
men voeten was. 'Voorlopig', aldus het commentaar van Trimpe Burger, 'maken
we ons - met alle respect - toch meer zorgen over de scheve toren van Pisa.'
Hoewel in de eerste plaats wetenschapper en onderzoeker, heeft 'JATB' zich on
danks zijn reserves jegens het legertje educatoren en consulenten dat tegenwoor
dig het cultuurhistorisch milieu bevolkt, ook zelf volop beziggehouden met het
populariseren van de archeologie. Over 'zijn' periode, de Romeinse tijd in Zeeland,
schreef hij bijvoorbeeld een boekje in de populaire cultuurhistorische reeks van de
provincie Zeeland.
'Popularisering is op zichzelf natuurlijk wel gunstig', vindt hij, 'en die provincie
boekjes vormden best een aardige reeks. Maar de courante term "breed publiek"
vind ik eigenlijk verschrikkelijk. Al dat educatieve ontaardt snel in kastjeskijkerij.
Ik ben het totaal ontgroeid en hou zoals gezegd meer van het serieuze werk.'
Een nadeel hierbij is, erkent Trimpe, dat ook zijn eigen belangstelling altijd te wijd
verspreid is geweest. 'Bodem- en gesteentenkunde, plant- en dierkunde boeien
me heel erg, maar ook muziek en taalwetenschap: ik heb me beziggehouden met
Frans, Duits, Spaans, Engels en natuurlijk Latijn.'
Een andere brede weg die het smalle pad van toewijding aan de zuivere weten
schap vaak kruiste, was Trimpe's bemoeienis met het Koninklijk Zeeuwsch Genoot
schap der Wetenschappen en de door dit instituut uitgegeven driedelige Encyclo
pedie van Zeeland (1982-1984).
'Ja, daar heb ik veel tijd mee verspild', lacht Jan Trimpe fijntjes.'Om de veertien da
gen redactievergadering van de Encyclopedie, verder het vele werk ervoor en dan
nog die andere functies en redactielidmaatschappen binnen het Genootschap. Het
wierp natuurlijk ook vruchten af. Ondanks de vele omissies en fouten vind ik de
Encyclopedie van Zeeland een nuttig werk waarin je veel terug kunt vinden.'
De band met het Zeeuws Genootschap gaat ver terug. 'Al bijna van kinds af aan
is die er', herinnert Trimpe Burger zich. 'Via het Genootschap en mijn oude vriend
P.J. van der Feen raakte ik ook betrokken bij het Zeeuws Museum, dat toen nog
een echt Genootschapsmuseum was. Voor het Genootschap moest je destijds nog