Van 'kaartjes scheuren' naar bioscnnpeigenaar
Ietwat onwennig beginnen we maar gewoon bij het begin, bij een vijftienjarige Ad
Weststrate die kaartjes ging scheuren in de bioscoop van Goes. Overigens duurde
dat niet erg lang, want hij wilde autocoureur worden en vertrok een paar jaar later
- hij was negentien jaar - naar Brands Hatch. Voor wie het niet weet: is Engeland
de bakermat van het autoracen, Brands Hatch kun je zien als de kraamkamer van
menig Brits talent. Hij solliciteerde bij een Londens bedrijf in racemotoren. Het is
de enige keer in zijn leven dat hij solliciteerde. Hij kwam er al snel achter dat het
salaris dat zij hem te bieden hadden niet eens voldoende was om het vervoer van
en naar zijn pension te bekostigen. Einde jeugddroom autocoureur en terug naar
Zeeland. Het enige wat vandaag de dag nog aan die droom herinnert is zijn Ferrari
Notebook - met geluid van een formule-1 -wagen - voor dagelijks gebruik.
Terug naar het werk in het Grand Theater in Goes. Hij volgde een opleiding als
filmoperateur en werkte een paar jaar voor de toenmalige eigenaar van de bios-
aihambra
163
copen in Goes, het Citytheater in Middelburg en het Vlissingse Alhambra. Begin
jaren tachtig leek het erop dat het met de bioscoop wel eens slecht zou kunnen
aflopen, de video deed zijn intrede, bezoekersaantallen liepen terug en menig
bioscoopbezitter verkocht zijn zaak.
Ad Weststrate kocht daarentegen een aantal bioscopen in 1983: Enkhuizen,
Krommenie, Goes en in Vlissingen. De twee zalen van de Alhambra Bioscoop in
Vlissingen waren ontoereikend, er moest verbouwd worden. In het gemeentebe
stuur van Vlissingen zat in die tijd Daan Bruinooge, wethouder van cultuur en van
stadsvernieuwing. Hij herinnert zich nog dat Weststrate met een plan kwam voor
vier bioscoopzalen in Alhambra, in die tijd niet echt gebruikelijk en voor Vlissingen
ronduit revolutionair. 'Hij was een man met goede ideeën', zegt Bruinooge, 'met
fantasie, visie en een zakelijk instinct, een combinatie van eigenschappen die je
niet zo vaak tegenkomt in Zeeland eerlijk gezegd'. Dus die vier zalen kwamen er,
de buitengevel werd 'stadsvernieuwend' aangepakt, Alhambra floreerde en ging
in korte tijd van 60.000 naar 100.000 bioscoopbezoekers per jaar.