fletuuerker
dreef mijn moeder een café. Ja, dat is het huidige restaurant Katse Veer met een
Michelinster. We hadden ook een taxibedrijf. En mijn vader was ook nog voor de
helft van de tijd agent van het provinciale veer, want die onderhield vanuit Katse
Veer de veerdienst op Zierikzee. Dat kwam neer op kaartjes verkopen, laden en
lossen regelen, dat soort dingen. Mijn twee oudere broers hebben allebei bij mijn
vader op het veer gewerkt.
Nou, het verhaal van de Ramp en het Deltaplan dat ken je.
Nu regelt de Deltawet van 1958 in artikel 8 de compensatie van de schade ten
gevolge van het Deltaproject. Zo kregen de vissers die van Veere naar Colijnsplaat
moesten, renteloze leningen om hun schepen te moderniseren. Laten die Haagse
ambtenaren nu het veer Katse Veer - Kats helemaal vergeten zijn. Tja, en je snapt
dat toen in oktober 1960 de Zandkreekdam Noord- en Zuid-Beveland met elkaar
verbond, het veer van mijn ouders in één klap overbodig werd. Ze stonden met
lege handen. Maar mijn ouders werden goed geadviseerd door het Nederlands
Binnenvaartbureau, een overkoepelende organisatie voor Beurt- en Passagiersver
voer. Die gaven het advies om van de bouwer van de dam schadevergoeding te
eisen, van Rijkswaterstaat dus. Maar die zeiden: de eigenlijke schade die u leidt
wordt veroorzaakt door de degene die de weg óver de dam heeft aangelegd, de
Provincie Zeeland dus. Zo werden ze van het kastje naar de muur gestuurd.'
'Nu had mijn vader, Kees Noordhoek, een scherpe neus voor bestuurders en ho
gere ambtenaren. Hij voelde op zijn klompen aan dat je daar goeie vrienden mee
moest blijven. Zo schonk hij de Commissaris van de Koningin De Casembroot,
maar ook de topmensen van Rijkswaterstaat als Dibbets, Biezeveld en Piet van de
Weele altijd een gratis kopje koffie in het café. Mijn vader was netwerker voordat
het hele begrip was uitgevonden. Omdat dat gehannes met die schadevergoeding
op niets uitliep, deed Rijkswaterstaat in 1960 het volgende voorstel: Kees Noord-