De markt HET SUCCES VAN TOPSY BAITS Veel innovatieve bedrijven hebben moeite met het creëren van een markt. Dat komt vaak door de aard van het beestje, de ondernemer. Vaak iemand met een geweldig idee en ook het vermogen om het technische gestalte te geven. Maar dan moet het product ook nog verkocht worden. Tja, hoe moet dat? Hoe ging dat met de zagers van Bert Meijering? 'In het najaar van 1985 kwamen we op de markt met honderd kilo in de week. We begonnen met levende zagers op de Nederlandse en Belgische markt. Er werd dat seizoen geen vis gevangen en de kweekzagers kregen daarvan de schuld. Maar in 1990 was er veel tong op de kust en werd er veel tong gevangen en die werd veel gevangen met onze zagers. Het tilde ons over een dood punt. In dat jaar gingen we ook een joint venture aan met Normandie Appats, een bedrijf in Normandië dat allerlei soorten wormen verkoopt. Het was nodig, want we waren zo goed als failliet. Veel afgezien en niets verdiend. Wel veel geleerd! We zaten toen nog steeds in Aagtekerke op één hectare. Ik had één medewerker en zelf zat ik ver onder het minimumloon. Dus we móesten wel schaalvergroten. Het Franse bedrijf stak een miljoen gulden in onze onderneming. Daarmee konden we met veertien bassins bij het Goese Sas beginnen. Dat eerste jaar 1990 produceerden we vijftien ton zagers. De omvang van de kwekerij is geleidelijk gegroeid tot 94 bassins in 2002. We zitten nu op een verkoop van zeventig ton zagers per jaar. De productie is hoger, maar je blijft afhankelijk van de hengelaar. Als die thuis blijft verkoopje niets. Noord-Duitsland kwam er als markt bij in '91. Ik zat maar te kijken naar lapan, daar wonen 125 miljoen mensen en een kwart daarvan vist. In '93 begonnen we te exporteren naar Japan. Lévende zagers. Ik ben drie maal in Japan geweest. Beurzen bezocht in Tokio en Osaka.

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2005 | | pagina 68