Wat is Zeeuws?
EEN ONMOGELIJKE ZENDING
die opsomming ontbreekt, is een argumentatie dat die 'taalkundige kenmerken"
typerend zijn voor alle Zeeuwse dialecten en tevens dat deze kenmerken niet op een
onderscheidende manier voorkomen in niet-Zeeuwse dialecten. Anders gezegd: wat
maakt Zeeuwse dialecten tot het Zeeuws
Nog minder overtuigend is de informatie en de redenering met betrekking tot de
stelling dat het Zeeuws geen dialect van het Nederlands is. Die stelling is op zichzelf
al nauwelijks te begrijpen. Als het Zeeuws geen dialect van het Nederlands is, wat is
het Zeeuws dan wel?
Lezing van de aanvrage tot erkenning werkt in zekere zin ontnuchterend. In tegen
stelling tot mededelingen in het publieke debat is in de aanvrage geen spoor van het
streven naar een Standaard-Zeeuws of van de notie het Zeeuws als taal, eenheidstaal
of wat dan ook. Evenmin is de opzet een 'opwaardering, als zou het Zeeuws hiermee
van de status van dialect naar de status van taal promoveren'. Onder Zeeuws wordt in
de aanvrage verstaan: 'de regionale taal zoals gesproken, in zijn diverse varianten in
de provincie Zeeland' en hoe merkwaardig het ook moge klinken: erkenning is niet
meer dan een maatregel tot behoud van culturele verscheidenheid. 'Noch het publiek
rechtelijke primaat van de landstaal, noch de taalsystematische verhouding van het
Zeeuws tot andere taalvarianten kan hierdoor in het geding worden gebracht.'
Dit is wel handig gedaan: je kiest een standpunt waarbij je eventuele tegenargumen
ten bij voorbaat irrelevant noemt. Zo werken de dingen natuurlijk niet. De positie van
het Nederlands is wel in het geding, evenals de andere noties. Op het moment dat alle
in Zeeland historisch gegroeide dialectvarianten samengebracht worden onder de noe
mer regionale taal en het Zeeuws vindt er de facto wis en waarachtig een opwaarde
ring plaats, met alle consequenties: de Zeeuw die altijd dacht dat hij een lokaal dialect
sprak, krijgt hoe dan ook te horen dat hij zich nu in een regionale taal uitdrukt.
In de aanvrage tot erkenning zijn enkele paragrafen bijzonder belangrijk. De Euro
pese eisen schrijven voor: 'de regionale taal mag geen dialect van het Nederlands
zijn'Tevens moet de regionale taal in de regio, aldus de Europese eisen, 'een breed
draagvlak hebben, prominent aanwezig zijn in meerdere aspecten van het openbare
leven, en het medium van regionale cultuuruitingen vormen.' De regionale taal moet
grammaticaal een zekere codificatie hebben (woordenboek, grammatica, spelling)
en een cultureel prestige dat blijkt uit literaire uitingen, toneel, film en andere niet-
triviale cultuuruitingen.
Lezing van deze paragraaf over de sociaal-culturele status leidt helaas tot de volgende
conclusie: het cultureel prestige van de Zeeuwse dialecten is provincialistisch en trivi
aal, marginaal en folkloristisch. Er is geen enkele daar genoemde uiting die overtuigt
of buiten de provincie enige betekenis heeft: de feiten zijn gezocht en wettigen op
geen enkele manier een erkenning. Dezelfde aanvrage schetst in een ander deel de
positie van het Zeeuws. Uit de daar gegeven feiten en cijfers blijkt het tegendeel van
wat beoogd wordt: het gebruik van het Zeeuws neemt af, in veel plaatsen leren kinde
ren het dialect niet of nauwelijks meer. In de vier grootste gemeenten (Vlissingen,
97