Plat slae en
plat praote is tweêe
mae ons ebbe van
aollebeie verstand!
Erkenning en haalbaarheid
o n m o g e
Hot adros voor sloopwerk, grond- on straatwerk, levering
gobrokon puin, machmeverhuur, asbestsanoring, boor- en
zaagwork; tel. (0118) 592720
Bouwmatorialonhandol on machinaal timmerwerk: tel (0118)
591340
Noordwog 38 - Postbus 25 - 4356 ZG Oostkapello
tel. (0118) 592720 - fax (0118) 591343
i j
particularisme uiteindelijk funest bleek voor het Nederlands, dat
wil zeggen voor de standaardtaal; (c) de door de voorstanders van
stimuleren van het dialect heeft nadelige sociale implicaties; (d)
twee- of zelfs drietaligheid is voor grote groepen irreëel. In dit
verband is het curieus dat we door het stimuleren van dialect als
moedertaal in het onderwijs een situatie creëren die we eertijds
bestreden hebben. Kortom, aldus de tegenstanders: voorstanders
van een actieve taalpolitiek ter stimulering van het gebruik van
dialect in zoveel mogelijk gebieden van het openbare leven geven
blijk van een kortzichtige en ondoordachte visie en tonen óf gebrek
aan kennis van taalverandering en taalkeuze óf ze accepteren de
nadelen, ook in sociaal opzicht.
In het eerste argument komt de formulering voor 'laat zich vrijwel
niet sturen'. Dat 'vrijwel niet' houdt in dat het wel kan en daar
zijn ook voorbeelden van. In een sterk gepolitiseerde situatie tegen
een overheersende meerderheid of tegen een bedreigende groep is
het wel degelijk mogelijk via wetgeving, onderwijs en dergelijke
een activistische taalpolitiek ten gunste van een bepaalde taal of
taalvariant te voeren, maar dat is een weg die door niemand wordt bepleit. De situatie
van het Baskisch is hier dus niet relevant. De revitalisatie van het IJslands evenmin.
Dat een andere weg zinloos en zonder effect is, willen de voorstanders niet inzien.
De middenweg van het Fries dan? Zie de cijfers: ook het Fries verliest op grote
schaal terrein.
De hier gegeven visie vormt de achtergrond van de bespreking van de rapporten die
ten grondslag liggen aan de politiek om te komen lot een erkende streektaal. Eerst
verdiepen we ons in de criteria en achtergronden van de Europese taalpolitiek. Daarna
in de Zeeuwse aanvrage en vervolgens in enkele negatieve adviezen. Voorafkan al
opgemerkt worden dat zowel uit het Europese handvest als de Zeeuwse aanvrage een
veel nuchterder visie blijkt dan men wel uit de publieke pleidooien en de mediale
vertalingen zou kunnen afleiden.
In de 'aanvraag voor de erkenning van het Zeeuws als regionale taal' - het document
dat ten grondslag ligt aan de provinciale taalpolitiek - valt te lezen hoe het bestuurlijk
college betrokken is geraakt bij deze zucht naar Europese erkenning van het Zeeuws.
De Stichting Zuudwest 7 en de Zeeuwsche Vereeniging voor Dialectonderzoek stelden
de vraag of het Zeeuws niet in gelijke mate als het Nedersaksisch en het Limburgs in
aanmerking zou komen voor erkenning. De provincie heeft daarop een 'werkgroep
erkenning' bedacht, vier leden van de organen die zo'n verlangen koesterden, onder
leiding van een beleidsambtenaar. De werkgroep heeft een haalbaarheidsonderzoek
ingesteld. Dat is uiteraard zeer positief uitgevallen want anders hadden die leden de
vraag naar erkenning niet gesteld. Omdat de studie mogelijk een al te smalle basis
had, is de haalbaarheidsstudie voorgelegd aan een wetenschappelijke adviesgroep.
De samenstelling daarvan is opgenomen in een appendix van de adviesaanvrage,
maar onduidelijk is hoe de samenstelling tot stand is gekomen. De adviesgroep
Advertentie in dialect van
Sturm en Dekker in het
culturele tijdschrift Noe.
93