JAN VAN MUNSTER abstract. En tevens de moeilijkheid om met die beeldende kunst bezig te zijn want waarom lukt het de ene keer wel en de andere keer niet? Het gebeurt niet in de auto, op de w.c. of in bed. Ik moet gewoon aan dat tafeltje blijven zitten. Soms groeit er iets. Dan blader je al die ideeën weer eens door en kun je er iets mee. Dat wil de volgende dag nog weieens tegenvallen! En voor je 't weet zijn er weer een paar weken voorbij. Zodra ik denk: dit is wat, dan laat ik het aan Geertje zien, zij is mijn eerste testcase. Die zegt dan: dat is allemaal onzin, en dan heb je het eerste gesprek. Of ze zegt: ja. Als ze het onzin vindt dan komt dat vaak omdat het niet van mij is. Dan ziet ze dat ik té ver van huis raak. Dan is het te modieus, te frivool of te con ceptueel. Zij houdt die lijn in de gaten, ze is kritischer en strenger dan ik en heel zuiver in haar beoordeling. Dat is heel belangrijk. Ik moet die ver dieping van mijn werk natuurlijk zelf zoeken en leren vinden. Soms wil je meer vrijheid, die zoekt elke kunstenaar, maar die vrijheid moet wel puur vanuit je eigen persoon ontstaan. Het gevaar dat je iets leent van een ander ligt altijd op de loer, dat kan onbewust in je eigen werk slui pen. Ik kom veel in Italië, in New York en overal, en daar neem je toch dingen van mee. De televisie, radio en kranten bepalen wat ik zie en wat ik doe, dat is mijn informatie. Geertje ziet direct: dat komt daar, of daar vandaan. Een prachtig beeld, zegt ze dan, maar niet van jou." "Ik heb eens een sculptuur gemaakt, in 1972 was dat, van twee magneten. Die waren zo sterk geladen dat je ze, als ze ooit tegen elkaar zouden komen, nooit meer uit elkaar zou kunnen krijgen; ze staan hier op de binnenplaats. Nou was er een Italiaan die exact twee van die blokken had gebruikt, wel in maat kleiner maar visueel twee van diezelfde blokken. Maar die zouden, als ze tegen elkaar zouden springen, elkaar vernietigen. Als concept veel beter want dan was het hele kunstwerk echt weg, mijn beeld zou alleen maar veranderen. Tja, hoe gebeurt zoiets: twee zielen, min of meer dezelfde gedachte? In ieder geval: zijn werk was gepubli ceerd en ik had het nog niet geëxposeerd. Dus dan kan ik het ook niet meer laten zien! Mij wordt weieens verweten: je bent niet de enige die met ijs werkt. Maar dat is natuurlijk van een andere orde. Dat is materiaal, ik doe er andere dingen mee. Als Calzolari beelden van ijs maakt dan zijn het geen Jan van Munsters, dat is duidelijk uit elkaar te houden. Dan zeg ik: wie werkte er dan eerder met potlood of met olieverf, het gaat me niet om het materiaal dat je ontdekt. Dan zou er maar één man in steen mogen werken en één in polyester, dat is natuurlijk flauwekul. Het gaat erom wat je ermee doet. Maar soms kunnen ideeën inderdaad weieens heel erg parallel lopen met elkaar, en dan moet je als kunstenaar een keuze maken. Past het in mijn lijn? Laat ik het wel of niet zien? Ik kom ook vaak Jan van Munsters tegen die ik niet heb gemaakt! Dat is heel verve lend voor die kunstenaars want die zijn toch te weinig kritisch geweest. Het is niet vervelend voor mij. Als ze toch aan het stelen zijn dan vind ik het wel vleiend dat ze een beeld van mij jatten." 70

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2003 | | pagina 72