DE RAMP
nationaal als lokaal. Volgens hun analyse was de zeer gebrekkige alarme
ring van de bevolking van het rampgebied de belangrijkste fout.
Terwijl de regionale media ook ditmaal geen diepgravende verhalen
publiceerden over de vraag in hoeverre de ramp te voorkomen was
geweest of beperkt had kunnen worden, waren er wel enkele landelijke
media, die verder gingen dan alleen maar de berg verhalen over 'leed en
kerels' nog hoger maken.
Een voorbeeld was 'Elsevier', het blad waarvan in 1952 de hoofdredac
teur nog een van zijn redacteuren verbood om een artikel te publiceren
waarin ir. Johan van Veen (de latere 'vader van de deltawerken') waar
schuwde voor de zwakke dijken. Nu, vijftig jaar later kwam het week
blad met een themanummer onder de kop 'Hoe kon de ramp gebeuren?'.
Het dossier ging kritisch in op het gedrag van de verantwoordelijken van
toen en trok harde conclusies: 'Er schortte veel aan de verdediging tegen de
waterwolf.
Maar ook 'Elsevier' moet constateren dat niet iedere bewoner van het
voormalige rampgebied zit te wachten op zo'n benadering. Zelfs sommi
ge nabestaanden van de slachtoffers niet. Zoals die ene, die aan het slot
wordt geciteerd. Hij zegt: 'Wat schiet ik er mee op als er schuldigen voor
de ramp worden gevonden? Ik krijg er mijn moeder, broertje en zussen niet
mee terug. Nee, ik krijg er nog steeds wroeging bij. Laat het alsjeblieft rusten.
Wij overlevenden hebben het al zo moeilijk.
Het is een begrijpelijke reactie, maar ook een die bewijst dat de gebeurte
nissen van toen door sommigen nog steeds niet zijn verwerkt.
Het gaat anno 2003 natuurlijk niet meer om het vinden van schuldigen.
Die zijn immers allemaal overleden. Het gaat er om dat de verantwoor
delijke instanties openlijk erkennen dat ze destijds fatale fouten hebben
gemaakt én dat ze duidelijk maken welke lessen ze uit het eerdere falen
40