Levensloopbestendig wonen aan het water Restaurantjes en recreatieverblijven bij de oesterputten DE ROEM VAN YERSEKE Arcus is een uit het recreatiebedrijf De Roompot (zie een artikel daarover in Zeelandboek 6) voortgekomen zelfstandig projectontwikkelingsbureau. Zelfstandig, omdat het zich niet meer alleen op recreatieve projecten richt, maar ook op commercieel vastgoed en bouw voor permanente bewoning. Financieel is Arcus sterk gelieerd aan De Roompot, c.q. aan directeur Henk van Koeveringe. Arcus wordt geleid door twee directeu ren, waarvan Enrico de Koster er een is. Inderdaad zijn er plannen om aan de Korringaweg 48 appartementen en 12 penthouses te bouwen voor 'levensloopbestendig wonen', zoals dat heet. Dat betekent dat er ook zorgfaciliteiten gecreëerd worden, die het bewoners mogelijk maakt om er te blijven wonen als ouderdom gepaard zou gaan met gebreken. Het gebouw van De Zaete past niet in dat verhaal, zegt Enrico de Koster. Dat zou moeten worden gesloopt. Als de plannen van Arcus gerealiseerd worden blijft voor het museum alleen de optie nieuwbouw over. Wat betreft de ontwikkeling van de verblijfsrecreatie wordt er gedacht over een verplaatsing van de bestaande camping en de recreatiewoningen aan de Burenpolderweg. Volgens het structuurplan zou daar in de polder tussen de Breedsendijk en de Postweg ruimte voor zijn. Het gebied aan de Burenpolderweg kan dan herontwikkeld worden als bedrijventerrein. Dat zou onder andere financieel mede gerealiseerd kunnen worden uit revenuen van de appartementenbouw bij de Zaete. Een aantal jaren geleden (1999) zijn er door het bureau Zeelenberg archi tectuur op instigatie van de gemeente en Roompot Recreatie plannen ont wikkeld voor een sterkere recreatieve ontwikkeling, zowel in de polder in de vorm van compacte recreatieve bouw als bij de oesterputten. Die plannen zijn in een diepe kast beland en dat is erg jammer. De geestelijk vader van het ontwerp is de nog jonge Zeelenberg-directeur Jan-Paul Bron. Hij weet met verve zijn ideeën te presenteren, zodat je vóór je ziet hoe de toekomst van het Yersekse waterfront er uit zou kunnen zien. En om direct de kritiek voor te zijn, waarop Zeelenberg architectuur wel wordt aangesproken: het gaat niet om een mediterraanachtige, onzeeuw- se bouw, zoals op het sluizencomplex in Wemeldinge. Jan-Paul Bron heeft zich zeer verdiept in de vorm en structuur, die bij Yerseke hoort en het beeld dat de oesterputten met zijn loodsjes en keten thans kenmerkt. Die zijn voor hem zondermeer het uitgangspunt voor een nieuwe ont wikkeling. Hij vindt dat de morfologie van dit Yersekse beeld gehand haafd moet blijven. Met dat vormbehoud kunnen er restaurantjes en recreatieverblijven gerealiseerd worden. Die restaurantjes zouden mooi een rol kunnen spelen als de culinaire kwaliteiten van Yerseke zouden worden uitgebreid in de betekenis, die Aad Smaal er aan geeft. Recreatieverblijven zouden in een communautaire vennootschap gereali seerd moeten worden om te voorkomen dat er aan het beeld 'gerommeld' wordt. Het moet in elk geval een toegankelijk onderdeel van Yerseke blij- 30

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2003 | | pagina 32