DE ROEM VAN YERSEKE Jan Louwerse. De confrontatie met sommige milieuorganisaties vormt thans volgens belanghebbenden en belangstellenden in de visserijsector een wezenlijke bedreiging voor de mosselteelt en kokkel visserij. Vissers en kwekers hebben vooral last van die milieubewegingen, die alles aangrijpen om de bedrijfsvoering lam te leggen. Daarbij moeten niet alle milieugroepen over een kam geschoren worden. Hans van Geesbergen, secretaris van de Coöperatieve Producentenorganisatie van de Nederlandse Mosselcultuur, maakt een onderscheid tussen de Waddenvereniging en actiegroepen als Faunabescherming en Wilde Kokkels enerzijds, anderzijds lokale milieu organisaties, zoals de Zeeuwse Milieufederatie (ZMF). De eerste bestaan, zegt hij, uit Gooilanders en randstedelingen, veelal doctorandussen en onderzoekers, die fanatiek denken dat de natuur geen enkele menselijke activiteit verdraagt. Ze zien de voedselproducenten als milieucriminelen. Ze zijn erg dogmatisch, misschien past hier het woord milieufundamen- talisme wel. Dat denkt niet alleen Hans van Geesbergen. Binnen de wereld van de kwekers, vissers en de besturen van verschillende visserijorganisaties valt weinig begrip te signaleren voor de extreme opstelling van dit soort milieugroepen. Ton Verbree hoort daarbij. Hij is voorzitter van de Producentenorganisatie, tevens burgemeester van Reimerswaal. Huib Eversdijk, die zich in het verleden als lid van de Tweede Kamer breed maakte voor de visserijbelangen ergert zich eveneens aan zulke starre standpunten. Jan Louwerse is zijn leven lang mosselkweker geweest. Hij heeft voor de mosselsector veel bestuursfuncties vervuld. Hij heeft waargenomen dat banken die bevist worden stabieler zijn. Als er niet gevist wordt dan bewerkstelligt de slibachtige ontlasting van de mossels een instabiliteit van de bank en daarmee een grotere kans op stormschade. De natuur is dynamisch, daar past geen statisch beleid bij. Hans van Geesbergen: als er toestemming komt om kokkels of mosselzaad te vissen, dan duurt het nog zes weken voordat van die vergunning gebruik gemaakt kan wor den. Gedurende die periode kan ieder die zich belanghebbend voelt bezwaar maken. Die wachttijd kan slechte gevolgen hebben voor de vis serijbelangen. De overheid zou daarin flexibeler moeten zijn. De ZMF is gelukkig niet zo star en de bewoners van de Waddeneilanden zijn dat ook niet. De ZMF heeft als regionale organisatie meer gevoel voor de schelpdiervisserij en -cultuur omdat het een van oudsher Zeeuwse tradi tie is. Ze delen het besef dat de natuur zich niet laat maken of dwingen. Je weet ook nooit hoe de natuur reageert op menselijk ingrijpen. Niemand had de 'zandhonger' voorspeld, waardoor het droogvallende gebied in de Oosterschelde sinds de bouw van de stormvloedkering afneemt. Dat komt omdat het geringere getijverschil een afvlakkende werking blijkt te hebben op platen en geulen. Niemand weet waarom er in het ene jaar veel mosselzaadval is en in een ander jaar niks. Waarom sterven er in het ene jaar veel eidereenden of scholeksters en in een ander jaar niet? Sinds 1993 is er een stringent beleid, waarbij circa 30% van de Waddenzee is gesloten voor visserij en er in de jaren van schaarste geen 22

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2003 | | pagina 24