DE ROEM VAN YERSEKE
Deze foto is gemaakt bij
de doop van de mossel-
kotter Janne in 1987. Op
de voorgrond van links
naar rechts: Els en Huub
Lacor, Jannie van der Endt
en Jan van de Plasse.
Achter Els Lacor staat haar
zwager Jaques Geijsen.
mee, dat ze weinig last hadden van de strenge winter
van 1963, die Yerseke een enorme dreun bezorgde.
Vrijwel alle platte Zeeuwse oesters vroren toen dood.
Dat liet, net als in 1890/91 een spoor van ellende achter.
Huib Lacor en Jannie van der Endt bleven in mossel-
conserven en in de handel daarvan alsook van aanver
wante zaken uit de Oosterschelde.
Na de tragische dood door een ongeval van Huib
Lacor senior - zijn leven eindigde, 47 jaar oud, tegen
een boom op de route tussen Antwerpen en Yerseke,
een dag na Kerst 1966 - zette Jannie het bedrijf voort.
Dat lag ook wel voor de hand, want zij was altijd al
degene, die als sterke persoonlijkheid op de achter
grond - meer en meer op de voorgrond - de zakelijke
basis van het bedrijf, namelijk de commerciële handel
bestierde. Ze hertrouwde met Jan van de Plasse, een
oude jeugdvriend, nadat diens eerdere huwelijk ont
bonden was. Jan van de Plasse bracht kokkelvisserij
en nog twee mosselkweekpercelen in.
Op een goede dag, het zal begin jaren zeventig zijn geweest, zo vertelt
Ineke, viel er een brief uit Spanje in de bus, waarin een aanvraag naar
kokkelconserven werd gedaan. Jan en Jannie hoefden daar niet lang over
te denken. De contacten werden gelegd en in het bedrijf aan de Groeninx
van Zoelenlaan werd een productielijn voor kokkels opgezet. In blik en
in diepvries werden (en worden) ze geconserveerd en daarna geëxpor
teerd. Dit betekende een niet voorziene doorbraak.
In 1974 werd een nieuw onderkomen voor het gezin gebouwd: het
Arendsnest aan de Molendijk. Het werd tevens een centrum, waar
buitenlandse gasten ontvangen werden in een bourgondische grandeur,
die paste bij de nieuwe rijkdom. Vooral de Spaanse connectie werd in
hoge eer gehouden en die is ook nu nog een belangrijke pijler voor het
succes van het huidige Roem van Yerseke.
Zoon Huub kwam in 1974 als 24-jarige in het bedrijf. Successievelijk
werd op zijn instigatie ook weer meer aandacht geschonken aan de verse
mosselen als paralelle activiteit. In de jaren tachtig leidde dat tot een uit
breiding van aanvankelijk alleen verwatercapaciteit aan de Korringaweg.
Thans is daar het voor de markt gereed maken van de verse producten
geconcentreerd. In 1986 nam Huub het bedrijf feitelijk van zijn ouders
over. Niet lang daarna kwam de eerste gelegenheid om Zeelands Roem
te kopen. Dat was nog te vroeg. In 1989 kreeg hij een zo aantrekkelijk
aanbod van de Britse multinational Albert Fisher Group, dat hij niet kon
weigeren. Moeder Jannie van der Endt zal het vreselijk gevonden hebben,
zegt dochter Ineke, maar met haar realiteitszin heeft ze er begrip voor
gehad. Fisher kocht ook Zeelands Roem (De Leeuw - Cornelisse) en Duitse
bedrijven in de mosselsector en oestercultuur. Zelf bleef Huub directeur
van Roem van Yerseke. Daarnaast hield hij zijn eigen besognes. Zo kocht
hij van Jan Louwerse in 1990 diens mosselkweekbedrijf Entlo. Dat bleef
20