DE ROEM VAN YERSEKE
Baai van Arcachon de kunstmatige oesterteelt bekeken en wilden die hier
toepassen. Ze beschikten over voldoende kapitaal om de pachtsommen te
betalen en om in de nieuwe cultuur te investeren. De Jonkheren Loudon,
Verschoor van Nisse, Van Pallandt, Van Renterghem, graaf Van Rand-
wijck, baron Clifford en andere kapitaalkrachtige ondernemers sloten
zich aan. Ze hadden zich tot dan toe niet met de oesterteelt bezig gehou
den en ze woonden ook niet in Yerseke. Zij organiseerden de nieuwe
cultuur, richtten maatschappijen op, al dan niet met aandelen. Zij werden
de oesterbaronnen. In de uitvoering van het werk maakten ze gebruik
van opzichters uit Yerseke. Er werden buitendijkse en binnendijkse
oesterputten aangelegd, er verrezen loodsen en keten. Yerseke kreeg
een ander aanzien. Aanzien dat gedomineerd werd door de oesterteelt
en de activiteiten die er mee samenhingen.
Het was een arbeidsintensieve teelt. Oesters vermenigvuldigen zich in de
warme zomermaanden. Het broed zet zich af op zogenaamde collecteurs.
Behalve kokkelschelpen werden daar vooral gekalkte dakpannen voor
gebruikt. Die pannen moesten precies op tijd uitgezet en weer opgehaald
worden. Vóór de winter werden ze naar de buitendijkse oesterputten
gebracht, waar het oesterbroed beschermd was tegen stormen en ijsgang.
In het voorjaar werden de pannen aan wal gebracht en werden de oester-
Drooggevallen buitendijkse
oesterbanken.
Foto: Jacqueline Midavaine
14