100 JAAR ZEEVAARTSCHOOL MBO zich niet permanent op dezelfde fysieke locatie bevond. Recent wordt de samenwerking weer intensief ingezet. Zo is er een overeen komst gesloten, waarin is afgesproken om gezamenlijk de externe posi tionering naar de markt en de implementatie van onderwijsontwikkelin gen te ondernemen. Het ROC gebruikt ook al verscheidene jaren het werkplaatsgebouw van de HZ, de lokalen in het 'witte gebouw' en men is bezig met een gezamenlijke leerplanontwikkeling. Op uitvoerings niveau heeft men eikaars expertise altijd gezocht. Een Internationaal Maritiem Kenniscentrum in Vlissingen In moderne en snel ontwikkelende economieën is kennis, naast mensen en kapitaal, een belangrijke productiefactor. Het bedrijfsleven heeft er alle belang bij om met de nieuwste kennis en technologie de arbeidspro ductiviteit te verhogen en haar marktposities permanent te versterken en uit te bouwen. Levenscycli van producten en diensten lijken immers steeds korter te worden. De politiek hecht aan een zo groot mogelijke arbeidsdeelname van mensen en wil de mogelijkheden voor het behalen van een startkwalificatie en het verhogen van de kwaliteit van de beroeps bevolking zo goed mogelijk faciliteren (vergelijk bijvoorbeeld het rapport van de SER, 2002). In het begin van de jaren negentig van de vorige eeuw deden in beleidskringen de concepten 'kennismanagement' en 'kennisin frastructuur' hun intrede, waarmee aandacht werd gevraagd voor de rol en economische betekenis van kennis en onderwijs. Thans kent iedere zichzelf respecterende sector zijn eigen kenniscentrum. In haar scriptie belicht Boonman (2002) de verschillende ideeën, definities en mogelijke taken van een kenniscentrum. Het begrip "kenniscentrum" is niet eenduidig gedefinieerd. Sommige instellingen of afdelingen van organisaties opereren onder deze benaming; andere spreken van "exper tisecentrum", "onderzoekscentrum", "kennisnetwerk" of "kennis- en informatiecentrum", om er slechts enkele te noemen". De aard en functie van een kenniscentrum lijkt zodoende pas duidelijk te worden wanneer naar de reikwijdte en inbedding van de verschillende activiteiten en acto ren wordt gekeken. Boonman geeft aan dat, wil van een kenniscentrum sprake kunnen zijn, er minimaal aan twee functies dient te worden vol daan, namelijk het beschikbaar stellen van kennis aan derden en kennis bemiddeling. De essentie van de rol en functie van kenniscentra lijkt te liggen in het kunnen vervullen van een intermediaire of brugfunctie tus sen (toegepaste) wetenschap en vraagstukken uit de praktijk. Volgens Boonman gaat het in dit laatste geval om het vervullen van drie functies, namelijk: De verzamel-, informatie- en adviesfunctie. Het centrum biedt informa tie op een toegankelijke wijze aan door middel van een helder gestructu reerde website en/of nieuwsbrief en bijvoorbeeld door middel van het organiseren van platformdiscussies en symposia. 157

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2003 | | pagina 159