Een talent voor satire en herinneringen
LAURENS GEERSE
Zijn talent voor satire kwam vooral tot uiting in zijn proza, dat hij schreef
onder de naam Simon Mesie. Gul en overdadig van taal, iets te wellustig
in de uitwerking met een neiging tot het statige. Simon Mesie was een
'dienaar des woords' zonder schaamte, schreef de PZC naar aanleiding
van een van zijn zedenschetsen: 'hij hanteert de degen van een timmer
man - de dichter kiest een wapen om te hekelen'.
In die teksten zitten allerlei herkenbare figuren uit het toenmalige
Middelburg. Een mooi voorbeeld is de aanhef van 'Zoutland encyclope
disch'. Het begin hiervan met de fraaie karakteristiek van de Encyclopedie
van Zeeland is typerend voor zijn stijl:
'Iedereen stond erin die fout geweest was in de oorlog. En elke klootzak.
Behalve De Vliegende Hollander; hem kwam je er niet in tegen.
Eenvoudigweg omdat hij nooit had bestaan; een sage was. Wat hem trou
wens niet belette er nazaten op na te houden; tot op de dag van vandaag.
Waarvan er één, een jonge vrouw met het gezicht van een blij schaap en
getrouwd met een befaamde maar veel oudere portretschilder, zich in
de jaren zeventig nog beijverd heeft de aanblik van het hoofdstedelijke
straatbeeld te verheffen door een peniskoker in haar kapsel te spelden
wanneer ze uitging, hetgeen ze dagelijks deed.'
Kenners van Walcherens bestuurders, geleerden en literaire mandarijnen,
bevolken zijn teksten. Dat ze rusten in vrede. Wat er met Zeeland gebeur
de, raakte hem. Dikdoenerige industriebazen, bestuurders met grote
monden. Aan zieners en ontwikkelaars heeft hij een broertje dood. Het
landschap verpest, verziekt. Hij heeft het zien veranderen: energiecentra
les, hoogspanningskabels, nieuwbouwwijken, industrieterreinen die elk
beschuttend dorp een rafelrand gaf.
De literaire bent kon hem ook opwinden. Zo schiep hij, Laurens Geerse
als Simon Mesie, de onvergetelijk literaire mandarijn Barend de Ruïne
of was het Barend d'Urine?
Proza was een uitstapje, hoofdzaak bleef de poëzie. Kleine gedichten,
de lange verhalende ballade was eveneens een uitstapje.
'Het maakproces is belangrijk. De vorm, het ritme, de ordening.
Kernwoorden? Laten we het maar houden op Vrijheid en Natuur.'
'Ik zou graag mooi uitgegeven willen worden, maar ik heb niet het
geduld om te uitgevers af te lopen. Zouden ze het zien zitten? Ik doe
het maar zelf, uitgeverij de Zandloper, Middelburgse Cahiers. Dan zie
ik zelf hoe het wordt. Erkenning? Het is ook aardig als er weerklank is.
Dan telt het resultaat.'
112