LAURENS GEERSE 'Je schrijft de gedichten die je zelf graag zou willen lezen. Bij mij heeft dat iets te maken met het lijf, met de vertelling, de wil tot amuseren. Ik zie literatuur ook als een vorm van verstrooiing, het aangeven van juist dat beetje geluk'. 'Ik heb altijd twee wensen gehad. Ik zou beeldhouwer willen zijn en machtig grote objecten uit het landschap laten rijzen en ik zou een goede cabaretier willen zijn. Ik heb een drang om op te treden voor een publiek. Ik wil iets zeggen, veel zeggen, ontroeren misschien. Daarom doe ik ook graag mee aan leesavonden waarop dichters aan het woord komen.' In gesprek met Andreas Oosthoek (PZC) De dichter oog in oog met Guido Metsers bij Cadzand-Bad (voorjaar 2002). Een overzicht van zijn werk is moeilijk te geven. Onduidelijk is wat hij eerst schreef, het is al lastig genoeg een idee te krijgen van de eerste dingen die gepubliceerd werden. Ook is het niet eenvoudig het werk van Laurens Geerse te typeren, omdat het verschillende kanten heeft. Aan de ene kant is daar het serieuze, weliswaar met een knipoog, maar ernstig en gepolijst. De andere kant wordt gevormd door de naïeve aspecten. Net als op een doek van een naïef schilder wordt er met namaakrijm gewerkt, steunt een ballade op knittelpatronen en imitatie metrum. Het werk heeft dan ontegenzeggelijk iets van een schilder die weet dat zijn perspectief niet klopt maar dat wel bewust nastreeft en handig gebruikt. Het serieuze komt tot uiting in het gedicht Liefde tot de natuur. Daarin wordt een dierbare jeugdherinnering verbonden met de gevoelens van later. En dat allemaal wordt dan quasi-spottend in een mooi slot samen gevat. 110

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2003 | | pagina 112