Srwii Wj> HET ZEELANDBEELD VAN A W DUVEKOT 5. Eens is Duvekot weggegaan, eens is Duvekot teruggekomen. Op Bossele. Zijn familie had de uitdaging van een beter leven Noordwaarts gevonden en de calamiteuze polder Borssele geruild voor de uitgestrekdheid van de Haarlemmermeer. Hij heeft scherpe herinneringen aan dat stukje jeugd, de ringdijk, de tocht, zavel en klei, luchte en zwaere grond, rechte lappen, twintig hectares per stuk, de akkerbouw, de goskant, de seizoe nen. De polder was zo goed als nieuw, de verwachting groot, het boeren bedrijf een hard labeur. De teleurstelling was groot toen de pachtboerde- rij verlaten moest worden. Klem op de keel. Duvekot voelde zich een ogenblik verdreven, terug naar Zeeland, terug naar de eilanden waar de wind was blijven waaien. Niet dat het veel veranderde - in de Haarlem mermeer werd de dijk opgezocht en dat was in Borssele niet anders. Alleen het water, dat was wennen, dat was dieper water, uit storm gebo ren, het was het water van de zee, een zee vol schepen en een strand vol schelpen. Eén beeld uit zijn Noords bestaan heeft hem nooit verlaten. Hij heeft het verhaal talloze malen verteld, het verhaal van het kasteel met de kantelen en torens. Het was een bewegend fort dat dreigend zijn zwarte armen hief tegen de krullenbol op vaders fiets. De fascinatie die uitging van de bewegende kolos, het waterwerk, de macht van de hoge ordening, het samengaan van 's mensen vernuft en de natuurkrachten. Het is een begeestering die hem, over de grens van tachtig jaren, zal blij ven vergezellen. Zo lijkt het stoomgemaal Cruquius, een technisch won der zonder weerga, aan het begin te staan van een carrière waarin - hon derden kilometers zuidelijker en onder Zeelands hoge hemel - de balans wordt bereikt tussen Le Nombre d'Or en Het Gevoel, de zuivere verhoudin gen van de rekenkunde en de krachten van de natuur die over het land gaan, over de mensen en hun dingen. Boom van Pythagoras, acryl/linnen, 1985. 90

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2002 | | pagina 92