DE ROOMPOT Anna Frisopolder. In 1957 begon hij bij 't Hoefje een camping. Al sinds tien jaar eerder kampeerden daar buitendijks op het duinstrandje padvin ders uit Goes in een tentje, kwamen soms mensen van Goes om er te vis sen en van de natuur te genieten en zelfs Belgen hadden de stek ontdekt. De veerboot Wolphaartsdijk - Kortgene bracht ze naar dat eiland waar ze zich nog pioniers in een onontgonnen vakantieland konden voelen. Onontgonnen en primitief, want zelfs een drinkwaterleiding ontbrak aan vankelijk. Het is dus eigenlijk zo'n beetje vanzelf begonnen. Heel klein schalig. Kleinschalig is de Anna Frisocamping nog steeds al waren er diverse uit breidingen. Het is een familiebedrijf van Ko's dochter Marian, haar echt genoot Peter van Maurik en met medewerking van zoon Mark, die het later wel wil overnemen. Samen met terreinbeheerder Rob Swenne wordt het bedrijf gerund. De tweede was de gemeente Wissenkerke, die eind jaren vijftig achter de dijk van de Onrustpolder aan de toenmalige Noordvveg grond voor de bouw van vakantiehuisjes in erfpacht uitgaf. Buitendijks waren daar de enige duinen van het eiland en een mooi stukje Noordzeestrand. Klein en intiem. Niet te vergelijken met de weidse stranden van Walcheren en Schouwen. Maar er stond een Veersedam aan te komen. Particulieren en aannemers zagen er wel wat in en zo kwamen er in 1959 vijftig vakantie bungalows gereed en in 1961 nog eens negentig. Dit particuliere vakan tiepark kreeg de naam 'De Banjaard' naar een oude zandplaat in zee. Piet de Regt, zoon van Ko de Regt van hotel-restaurant De Korenbeurs in Kortgene wilde niet wachten tot zijn twintig jaar oudere vader ermee zou stoppen om pas daarna het bedrijf dat al 75 jaar in de familie zat over te kunnen nemen. Hij bouwde bij de Banjaard het hotel-restaurant Kamperduin, dat op hemelvaartsdag 1960 werd geopend. Piet de Regt verkocht Kamperduin in 1995. Hotel-Restaurant Kam perduin werd in 1960 gebouwd bij het particu liere recreatiepark De Banjaard. 17

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2002 | | pagina 19