G O Zeeland als een provincie waar men zich absoluut niet wil vestigen. Driekwart van hen is trouwens tevreden over de huidige bedrijfslocatie. Als men al zou verhuizen, dan let men op de situering ten opzichte van de klanten, de ligging en verbindingen. In dit verband is de stelling van prof. Pellenbarg interessant: In zijn arti kel 'Verhuizen is vooruitzien' (1996) stelt hij dat één op de drie onderne mers na een bedrijfsverhuizing ontevreden is, omdat te weinig is gelet op andere factoren dan ruimtenood. Zoals de arbeidsmarkt in de regio, de opstelling van de overheid, aanwezigheid van voorzieningen en het imago van de streek. Opvallend is volgens Pellenbarg dat 60% van de bedrijven binnen de gemeentegrenzen verhuist, 30% binnen een afstand van 20-30 kilometer (de 'pendelzone') en maar 10% zich van de ene naar de andere provincie verplaatst! De onderzoekers besluiten met vast te stellen dat er een redelijk positief beeld van Zeeland bestaat, maar dat tegelijkertijd een relatief groot aantal mensen niet op de hoogte is van aspecten als veiligheid, uitgaan, woning aanbod, werkgelegenheid, slecht weer voorzieningen, de hoeveelheid zon-uren en de Zeeuwse mentaliteit. Ondernemers zijn daarnaast onwe tend van grondprijzen, aanbod van arbeidskrachten, uitbreidingsmoge- Cinecity filmtheater lijkheden en provinciaal werkgelegenheidsbeleid. Meer informatie zou te Vlissingen. het imago van de provincie verder kunnen verbeteren. 169

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2002 | | pagina 171