IMAGO EN IDENTITEIT VAN ZEELAND zijn er associaties met klederdrachten, visserij en mosselen. Oude tradi tionele waarden dus, waarop Zeeland trots kan zijn, maar die niet model staan voor de identiteit van het Zeeland van vandaag. Beelden van vroeger Maar hoe was het vroeger dan gesteld met dat imago van Zeeland? De Tegenwoordige Staat van Zeeland (Tirion 1751) vermeldt dat de Zeeuwen zelf 'plagten...voor godsdienstig en zedig bekend te staan..'. '..Hun Goedaardigheid, Rondheid en Opregtigheid hebben het Spreek woord, goed rond, goed Zeeuwsch door gansch Nederland gangbaar gemaakt..'. Verder zijn Zeeuwen even 'verstandig en vernuftig' als de rest van Nederland, '..maar vooral hebben zy zig van oude tyden af lief hebbers en dappere voorstanders hunne Vryheid betoond...'. In vecht lust tegen de Spanjaarden en op zee hebben ze altijd uitgeblonken en 'schrandere staatslieden en geleerden voortgebracht'. In het Aardrijkskundig Handboek van Kreenen (1869) wordt Zeeland be schreven als een 'uitstekend, vruchtbaar, vlak land....'. Er is '...geen der nederlandsche gewesten die zoo goed bebouwd wordt en zoo weinig woeste gronden heeft als Zeeland...'. Even verder blijkt dan weer: 'Zeeland is een der ongezondste provincies van ons land, de geduchte zeeuwsche koortsen zijn, vooral voor vreemdelingen, gevaarlijk...'. (Dit zou komen door de lage ligging en het hoge vochtigheidsgehalte van deze provincie.) Het volk komt er als volgt vanaf: '..'t Is een krachtig, degelijk slag van volk, vaderlandslievend en vol vrijheidsmin...'. '...De bewoners belijden meest den hervormden godsdienst, ofschoon het aantal katholieken niet onaanzienlijk is...'. In 1911 beschrijft T. Pluim in 'Ons land en zijn bewoners' de Zeeuwen als moedig en volhardend door de voortdurende strijd tegen de zee. Ze zijn ook gehecht aan hun land en kennen in Nederland hun gelijke niet in de beoefening van de provinciale en lokale geschiedenis. Pluim ziet de 'afge legenheid der eilanden...in den laatsten tijd wegens het aanleggen van tramlijnen...' afnemen, maar de gehechtheid aan het oude, '...vooral ten opzichte der kleeding..' is nog groot. Vermeldenswaardig is zeker nog de schets van Pluim over het volks- karakter:"Hoewel vrij ver van elkaar wonend, gelijk de meeste land bouwers, is de Zeeuw toch niet stug en eenzelvig, zooals bijv. de Veluwsche boer is; integendeel rond en vriendelijk jegens vreemd en eigen, is zijn karakter spreekwoordelijk geworden: 'goed rond, goed Zeeuwsch". Samenvattend: de Zeeuw is open, rondborstig, vriendelijk, vrijheidslie vend en liberaal. Veel Hugenoten hebben dat vier eeuwen geleden al mogen ervaren. Inmiddels is ook bekend dat de ongezondheid van het Zeeuwse klimaat een 180-graadse kanteling is van de werkelijkheid. Al bijna tachtig jaar beschrijven de brochures de heilzaamheid van de zilte zeelucht en het gemiddeld hoge aantal uren zonneschijn. 165

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2002 | | pagina 167