ZEEUWS CENTRUM NATUUR EN LANDSCHAP
gie van dergelijke gebieden, die enerzijds wortelt in de waterbewegingen
van de rivier, anderzijds in de kracht en de dynamiek van de getijden-
wateren, vormt het rusteloze kader waarbinnen de Zeeuwse vestigings
ei! indijkingsgeschiedenis zich heeft afgespeeld. Enige kennis daarvan is
onmisbaar om de regionale landschapsontwikkeling te kunnen begrijpen.
Ten tweede zou de vestigings- en indijkingsgeschiedenis belicht moeten
worden. Te beginnen in de Romeinse Tijd, met de 'verdronken' tempels
van de -vermoedelijk- locale godin 'Nehalennia' voor de kust van Dom
burg en Colijnsplaat. De dynamiek van duizend jaar inpoldering in een
volgende tijdsfase is een prachtig verhaal dat de kern vormt van het ont
staan van de huidige provincie. Er zou daarbij ingezoomd kunnen wor
den op één gebied, bijvoorbeeld West-Zeeuws-Vlaanderen, of Het Ver
dronken Land van Saeftinghe. In deze gebieden hebben veel van de
gebeurtenissen gespeeld die karakteristiek zijn voor de landschappelijke
ontwikkeling van het Deltagebied, zoals inpolderingen, catastrofale ver
liezen door stormvloeden en militaire activiteiten.
Het Walcherse natuurgebied 'De Manteling' illustreert een ander onder
deel van de landschapsontwikkeling: die van de buitenplaatsen.
In de 17e en 18e eeuw zijn heel wat Zeeuwse kooplieden rijk geworden
door de handel, met name die op Oost- en West-Indië. Vooral op
Walcheren zijn in die tijd diverse fraaie buitenplaatsen gebouwd, vaak
Vliedberg berg van Troje met grote tuinen en parken daaromheen. Die ooit aangelegde parken
(gemeente Borsele). bepalen nog steeds voor een belangrijk deel het uiterlijk van de streek.
144