Cultureel erfgoed van de Zeeuwse occupatiegeschiedenis
ZEEUWS CENTRUM NATUUR EN LANDSCHAP
Scotia (Canada) omzoomden, ingepolderd voor agrarisch gebruik. Wat
in Zeeland zo treft, is de schaal waarop de inpolderingen werden uitge
voerd, de wonderbaarlijke volharding waarmee over een periode van
duizend jaar onafgebroken werd gepoogd om stukje bij beetje land aan
nauwelijks bedwingbare natuur te ontworstelen, en de bijbehorende
dramatiek. Als het om die dramatiek gaat spreekt het aantal door storm
vloeden verdwenen dorpen een duidelijke taal. Volgens een recente
inventarisatie verdwenen hierdoor tussen de 12e en de 17e eeuw maar
liefst zo'n honderd dorpen van de Zeeuwse kaart, een fenomeen dat op
zich al de Zeeuwse geschiedenis in een aparte categorie plaatst.
Het is opvallend hoe weinig deze bijzondere wordingsgeschiedenis in de
regio als zodanig onderkend wordt en voor het voetlicht wordt gebracht.
Luctor et emergo is het devies van de Provincie Zeeland, maar nergens
krijgt die worsteling met het water de belichting die het verdient. Het is
een wat ongemakkelijke constatering dat in een jonge provincie als Flevo
land, met een inpolderingsgeschiedenis van nauwelijks meer dan een
halve eeuw, wel een museum van allure over de drooglegging van delen
van de voormalige Zuiderzee tot stand is gebracht (het 'Nieuw Land
Poldermuseum'), maar dat er in Zeeland, met zijn veel langere en rijkere
wordingsgeschiedenis geen vergelijkbare instelling is waar het ontstaan
van het land in beeld wordt gebracht. Dit is des te opmerkelijker omdat
de identiteit van de provincie in sterke mate samenhangt met de wording
van het Zeeuwse land: het streekeigene van de provincie zit voor een
belangrijk deel in die bijzondere ontstaansgeschiedenis. Daarvan kennis
nemen betekent inzicht krijgen in de essentie van Zeeland. Daarbij moet
ook worden bedacht dat die ontstaansgeschiedenis niet makkelijk aflees
baar is. Wat resteert aan sporen van de lange en vaak dramatische ont
staansgeschiedenis is vaak niet als zodanig herkenbaar. Een oud stads
gezicht of een middeleeuwse kasteelruïne is snel te plaatsen in het histo
rische raamwerk dat een ieder van ons op school heeft meegekregen.
Maar geringe reliëfverschillen in het land, die restanten kunnen zijn
van dijkdoorbraken, kreekruggen of geulresten, spreken wat dat betreft
minder voor zich. Zelfs de alom aanwezige en goed herkenbare binnen
dijken zullen voor vele bezoekers niet direct in verband worden gebracht
met een oorspronkelijke functie als zeewering. Niemand heeft in Rome of
Wenen toelichting nodig om doordrongen te raken van de rijke historie
van die steden. Maar het grotendeels verhulde karakter van Zeeuwse
landschapsgeschiedenis vraagt wel om die toelichting.
Kennis van het boeiende verleden van het Zeeuwse landschap kan ver
volgens bijdragen aan de appreciatie van het landschap zoals we dat
nu zien. Het besef en het herkennen van die historische laag in het cul
tuurlandschap van vandaag is van grote betekenis voor het op de juiste
waarde schatten van de kwaliteiten van dat landschap. En het erkennen
van die waarde is op zijn beurt weer een voorwaarde voor de blijvende
140