aan de vorming en occupatiegeschiedenis van het land. Het netwerk van oude dijken op plaatsen in het binnenland waar de zee nu kilometers vandaan is, vormt overal het zichtbare bewijs van de geleidelijke land aanwinning. Oude inbraakgeulen en welen verraden dijkdoorbraken. Hollebollige weilanden tonen de moerneringsactiviteiten van middel eeuwse bewoners. Verdronken dorpen, die nu en dan door blootspoeling aan de oppervlakte komen, bewijzen hoe gevaarvol het bestaan voor de bewoners vaak moet zijn geweest. De ontstaansgeschiedenis van Zeeland is dus zowel gekenmerkt door een sterke, door de mens gestuurde landschappelijke dynamiek, als door menselijke dramatiek. Die elementen zijn hier nadrukkelijker aanwezig dan in de overige kuststreken van ons land, een land waarvan al ooit een gezegde de ronde deed met de strekking dat het de uitzondering vormde op een wereld die door Gods' hand was geschapen. Ook vanuit een inter nationaal perspectief is de ontstaansgeschiedenis van Zeeland bijzonder. Inpolderingen als zodanig zijn niet zo bijzonder; die hebben ook elders plaatsgevonden. Min of meer systematische bedijkingen vonden vanaf de middeleeuwen ook plaats langs de Atlantische en Noordzeekusten van Engeland, Frankrijk en Duitsland. De kennis die daarvoor nodig Zeeuwse natuur: was werd later meegenomen overzee. In de 17e eeuw werden zo door land, water en lucht. Franse kolonisten grote delen van de schorren die Fundybaai bij Nova 139

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2002 | | pagina 141