HET GEZELSCHAP VAN DE ZEE naziregime, 't Is een praktisch onspeelbaar stuk maar wel heel aangrij pend en heel mooi. Dat is nou typisch zo'n stuk dat is geschreven met een literair motief en met grote kwaliteiten als het gaat om beeldenrijk dom, taal en ideeën, 't Is geen sprankelend toneelstuk, er zit weinig han deling in, maar toch: het raakt je. Het is ontroerend, aangrijpend, veelzeg gend en betekenisvol. Dus vind ik het leuk om samen met toneelmakers naar een vorm te zoeken om het toch voor het voetlicht te brengen. Zo hebben we ook werk opgevoerd van de Vlaamse schrijver en toneelpe dagoog Herman Teirlinck. 'Ik dien', zijn bewerking van de Beatrijs uit 1923 in het Brussels, zijn Vlaams uit die tijd. En dan denk je: ja, waarom moet je nou zo'n stuk doen; het is geen vanzelfsprekende keuze. Maar binnen het Gezelschap van de Zee is het wel interessant om aan zo'n stuk te werken." De companen Ondanks, of misschien wel dankzij, z'n eigenzinnige -noem het koppige- opvattingen blijkt Jan Schuurman Hess geen roepende in de woestijn. Sterker: hij heeft het vermogen om veel mensen aan zich te binden. "Ik kom bijna altijd uit bij mensen voor wie de taal van belang is. Die dus over een goede stemtechniek beschikken en over een flinke dosis creativi teit. Het zijn ook toneelspelers die het leuk vinden om op die manier aan stukken te werken. De dagelijkse werkelijkheid vraagt natuurlijk dat ze in een Tsjechov staan, in een Beckett of in een om het even wat voor ander stuk. Maar op een andere manier werken vinden ze ook interes sant. Toneelspelers zijn ongelooflijk trouwe mensen. Als ze zich bij het Gezelschap van de Zee verenigen is er altijd een gemeenschappelijke liefde voor de Nederlandse taal en literatuur. En de intentie om de taal zuiver te hanteren, dat vind ik altijd wel erg van belang. Dat mensen goed kunnen spreken. Er zijn artistiek leiders en regisseurs die een heel andere opvatting hebben, die kiezen voor beweging of voor verhoudin gen tussen acteurs. Dat kan ook, het kan allemaal. Maar dan heb je weer andere plekken en clubjes waar je terecht kunt. Bij ons is het altijd de taal, de Nederlandstalige toneelliteratuur." Waarom juist opererend vanuit dat kleine dorp aan de Oosterschelde? Het motief is simpel. Omdat de schrijver -eenvoudigweg- hartstochtelijk is gevallen voor dat hele kleine vlekje op de kaart. Bovendien: Zeeland is op theatergebied, professio neel gezien, een nog onbeschreven blad. "Ik dacht: we maken op een snelle manier met goede mensen projecten waarna we voldoende geld en middelen kunnen vinden om toneelvoor stellingen te maken. Het eerste jaar hebben we dat gedaan in de Rotter damse Schouwburg en in Branoul, een klein literair theater in Den Haag. In Kats hebben we tijdens een cultureel weekend allerlei gekke dingen gedaan en ook 'Op Hoop van Zegen' uitgevoerd in een gelezen voorstel- 117

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2002 | | pagina 119