HET GEZELSCHAP VAN DE ZEE aangesproken. Vergeten en weggeworpen stukken die het dubbel en dwars waard zijn om gespeeld te worden. "Ik kreeg op een gegeven moment van een dramaturg (ik heb weinig op met dramaturgen, die vind ik echt een overbodigheid in de toneelprak tijk, maar goed) er kwam een dramaturg naar mij toe en die zei: Ik heb hier een slecht toneelstuk maar het is van Hella Haasse. Dus daar zat een enorm oordeel in en een enorme vorm van opportunisme, typisch voor dramaturgen misschien. Ik las dat stuk, 'Schaken met Diponegoro'; het was een kopie van een doorslag van een carbonpapiertje. En ik denk: jezus, wat een belangwekkend stuk. Het is met heel zuivere en welover wogen literaire motieven geschreven zoals het geschreven is, het maakt een wezenlijk onderdeel uit van het oeuvre van de schrijfster, het is een interessant onderwerp, een goed toneelstuk én het is van Hella Haasse. Dat heeft dertig jaar lang in de la van een dramaturg gelegen! Die man zat indertijd bij de Haagse Comedie, heeft later bij het RO-theater gewerkt, en al die jaren heeft hij er niks mee gedaan. En ik begrijp ook waarom, ik begrijp het goed: "We hebben geen regisseurs en toneel makers die dat interessant vinden want zij kiezen hun eigen dingen." Het bekende liedje. Cees Nooteboom had ook zo'n ervaring met het toneel, met ook weer zo'n dramaturg. Hij had een stuk geschreven en de dramaturg kwam het ophalen. Cees had dat stuk netjes uitgetikt op velletjes papier, de dramaturg bond het stapeltje onder zijn snelbinder en fietsend door Amsterdam, met tegenwind, vloog het ene velletje na het andere in de gracht. Toen-ie bij Toneelgoep Centrum aankwam was er geen bladzijde meer over! Het was het enige exemplaar, Cees'origineel. Nou, toen werd- ie bedankt voor de moeite. Zo ging men met schrijvers om." 114

Tijdschriftenbank Zeeland

Zeelandboek / Zeeuws jaarboek | 2002 | | pagina 116